Zoek woord zij die heeft 5 resultaten
Ga naar
NL Nederlands PT Portugees
zij die (o) [aanwijzend voornaamwoord - vrouw] aquela que (o) [aanwijzend voornaamwoord - vrouw]
zij die (o) [aanwijzend voornaamwoord - man] aqueles que (o) [aanwijzend voornaamwoord - man]
zij die (o) [aanwijzend voornaamwoord - vrouw] aqueles que (o) [aanwijzend voornaamwoord - vrouw]
zij die (o) [aanwijzend voornaamwoord - man] aquelas que (o) [aanwijzend voornaamwoord - man]
zij die (o) [aanwijzend voornaamwoord - vrouw] aquelas que (o) [aanwijzend voornaamwoord - vrouw]

NL PT Vertalingen voor zij

zij (n) [algemeen] {m} lado (n) {m} [algemeen]
zij (n) [anatomie] {m} lado (n) {m} [anatomie]
zij (o) [algemeen] {m} ela (o) [algemeen]
zij (pronoun n) [person] {m} ela (pronoun n) [person]
zij (o) [persoonlijk vnw. - onderwerp] {m} ela (o) [persoonlijk vnw. - onderwerp]
zij (n) [algemeen] {m} flanco (n) {m} [algemeen]
zij (n) [anatomie] {m} flanco (n) {m} [anatomie]
zij (o) [algemeen] {m} elas (o) [algemeen]
zij (o) [persoonlijk vnw. - onderwerp] {m} elas (o) [persoonlijk vnw. - onderwerp]
zij (pronoun determiner) [third-person plural pronoun] {m} elas (pronoun determiner) [third-person plural pronoun]

NL PT Vertalingen voor die

die (o) [bettr. vnw. - lijdend vw. - mv.] que (o) [bettr. vnw. - lijdend vw. - mv.]
die (o) [bettr. vnw. - lijdend vw. - enk.] que (o) [bettr. vnw. - lijdend vw. - enk.]
die (o) [bettr. vnw. - voorwerp. - mv.] que (o) [bettr. vnw. - voorwerp. - mv.]
die (o) [bettr. vnw. - onderwerp - pl.] que (o) [bettr. vnw. - onderwerp - pl.]
die (o) [aanwijzend voornaamwoord - mv.] que (o) [aanwijzend voornaamwoord - mv.]
die (o) [bettr. vnw. - voorwerp. - enk.] que (o) [bettr. vnw. - voorwerp. - enk.]
die (o) [bettr. vnw. - onderwerp - enk.] que (o) [bettr. vnw. - onderwerp - enk.]
die (o) [aanwijzend] que (o) [aanwijzend]
die (o) [bettr. vnw. - lijdend vw. - mv.] essa (o) {f} [bettr. vnw. - lijdend vw. - mv.]
die (o) [bettr. vnw. - lijdend vw. - enk.] essa (o) {f} [bettr. vnw. - lijdend vw. - enk.]