Zoek woord voor het gemak heeft 2 resultaten
Ga naar
NL Nederlands PT Portugees
voor het gemak (adv) [in a convenient manner] convenientemente (adv) [in a convenient manner]
voor het gemak (o) [algemeen] por uma questão de conveniência (o) [algemeen]

NL PT Vertalingen voor voor

voor (o) [algemeen] {m} para (o) [algemeen]
voor (conj prep) [directed at, intended to belong to] {m} para (conj prep) [directed at, intended to belong to]
voor (o) [plaats] {m} para (o) [plaats]
voor (o) [ruil] {m} para (o) [ruil]
voor (o) [tijd] {m} para (o) [tijd]
voor (o) [algemeen] {m} por (o) [algemeen]
voor (prep conj) [in exchange for] {m} por (prep conj) [in exchange for]
voor (conj prep) [over a period of time] {m} por (conj prep) [over a period of time]
voor (o) [prijs] {m} por (o) [prijs]
voor (o) [ruil] {m} por (o) [ruil]

NL PT Vertalingen voor het

het (article adv) [article] a (article adv) [article]
het (article adv) [stressed, indicating that the object in question is the only one worthy of attention] a (article adv) [stressed, indicating that the object in question is the only one worthy of attention]
het (article adv) [with an adjectival noun, as in “the hungry” to mean “hungry people”] a (article adv) [with an adjectival noun, as in “the hungry” to mean “hungry people”]
het (n v abbr) [work, suffice] servir (n v abbr) [work, suffice]
het (o) [persoonlijk vnw. - lijdend vw.] isso (o) [persoonlijk vnw. - lijdend vw.]
het (o) [persoonlijk vnw. - onderwerp] isso (o) [persoonlijk vnw. - onderwerp]
het (o) [persoonlijk vnw. - lijdend vw.] isto (o) [persoonlijk vnw. - lijdend vw.]
het (o) [persoonlijk vnw. - onderwerp] isto (o) [persoonlijk vnw. - onderwerp]
het (article adv) [article] o (article adv) [article]
het (o) [bepaald lidwoord] o (o) [bepaald lidwoord]

NL PT Vertalingen voor gemak

gemak (n) [comfort] {n} conveniência (n) {f} [comfort]
gemak (n) [voordeel] {n} conveniência (n) {f} [voordeel]
gemak (n) [algemeen] {n} conforto (n) {m} [algemeen]
gemak (n v) [cause of relief or satisfaction] {n} conforto (n v) {m} [cause of relief or satisfaction]
gemak (n) [comfort] {n} conforto (n) {m} [comfort]
gemak (n v) [contentment, ease] {n} conforto (n v) {m} [contentment, ease]
gemak (n) [voordeel] {n} conforto (n) {m} [voordeel]
gemak (n) [algemeen] {n} bem-estar (n) {m} [algemeen]
gemak (n) [comfort] {n} bem-estar (n) {m} [comfort]
gemak (n) [voordeel] {n} bem-estar (n) {m} [voordeel]