Zoek woord volgende dag heeft eén resultaat
Ga naar
NL Nederlands PT Portugees
volgende dag (n) [tijd] {m} dia seguinte (n) {m} [tijd]

NL PT Vertalingen voor volgende

volgende (a) [determinator] {m} próximo (a) {m} [determinator]
volgende (n) [man] {m} próximo (n) {m} [man]
volgende (a) [toekomst] {m} próximo (a) {m} [toekomst]
volgende (n) [vrouw] {m} próximo (n) {m} [vrouw]
volgende (a) [determinator] {m} seguinte (a) [determinator]
volgende (adj prep n) [next in sequence or time] {m} seguinte (adj prep n) [next in sequence or time]
volgende (a) [toekomst] {m} seguinte (a) [toekomst]
volgende (a) [determinator] {m} vindouro (a) [determinator]
volgende (a) [toekomst] {m} vindouro (a) [toekomst]
volgende (a) [determinator] {m} que vem (a) [determinator]

NL PT Vertalingen voor dag

dag (int n) [farewell] {m} adeus (int n) {m} [farewell]
dag (o) [groet] {m} até a vista (o) [groet]
dag (o) [groet] {m} até logo (o) [groet]
dag (int n) [farewell] {m} tchau (int n) [farewell]
dag (o) [groet] {m} tchau (o) [groet]
dag (n int) [short for goodbye] {m} tchau (n int) [short for goodbye]
dag (o) [groet] {m} olá (o) [groet]
dag (o) [groet] {m} oi (o) [groet]
dag (n) [kalender] {m} dia (n) {m} [kalender]
dag (n v) [part of a day period which one spends at one’s job, school, etc.] {m} dia (n v) {m} [part of a day period which one spends at one’s job, school, etc.]