Woxikon / Woordenboek / Nederlands Portugees / V / van nut zijn

NL PT Nederlands Portugees vertalingen voor van nut zijn

Zoek woord van nut zijn heeft 4 resultaten
Ga naar
NL Nederlands PT Portugees
van nut zijn (v) [baten] favorecer (v) [baten]
van nut zijn (v) [baten] beneficiar (v) [baten]
van nut zijn (v) [baten] avantajar (v) [baten]
van nut zijn (v) [baten] tirar lucro de (v) [baten]

NL PT Vertalingen voor van

van (o) [bezit] proveniente de (o) [bezit]
van (o) [boeken] proveniente de (o) [boeken]
van (o) [oorsprong] proveniente de (o) [oorsprong]
van (o) [plaats] proveniente de (o) [plaats]
van (o) [tijd] proveniente de (o) [tijd]
van (v n) [to move smoothly from one topic to another] passar (v n) [to move smoothly from one topic to another]
van (o) [algemeen] para (o) [algemeen]
van (o) [algemeen] por (o) [algemeen]
van (o) [algemeen] de (o) [algemeen]
van (o) [bezit] de (o) [bezit]

NL PT Vertalingen voor nut

nut (n) [voordeel] {n} bem (n) {m} [voordeel]
nut (n) [use, purpose] {n} emprego (n) {m} [use, purpose]
nut (n) [bruikbaarheid] {n} uso (n) {m} [bruikbaarheid]
nut (n v) [usefulness] {n} uso (n v) {m} [usefulness]
nut (n) [belangrijkheid] {n} sentido (n) {m} [belangrijkheid]
nut (n) [logica] {n} sentido (n) {m} [logica]
nut (n) [voordeel] {n} sentido (n) {m} [voordeel]
nut (n) [belangrijkheid] {n} ganho (n) {m} [belangrijkheid]
nut (n) [logica] {n} ganho (n) {m} [logica]
nut (n) [voordeel] {n} ganho (n) {m} [voordeel]

NL PT Vertalingen voor zijn

zijn (v) [used to indicate weather, air quality, or the like] {n} fazer (v) [used to indicate weather, air quality, or the like]
zijn (n) [filosofie] {n} existência (n) {f} [filosofie]
zijn (v) [algemeen] {n} estar em (v) [algemeen]
zijn (v) [filosofie] {n} estar em (v) [filosofie]
zijn (v) [plaats] {n} estar em (v) [plaats]
zijn (v) [algemeen] {n} encontrar-se em (v) [algemeen]
zijn (v) [filosofie] {n} encontrar-se em (v) [filosofie]
zijn (v) [plaats] {n} encontrar-se em (v) [plaats]
zijn (v) [(archaic) used to form the perfect aspect with certain intransitive verbs] {n} ter (v) [(archaic) used to form the perfect aspect with certain intransitive verbs]
zijn (v) [algemeen] {n} existir (v) {m} [algemeen]