Zoek woord ter pouco heeft eén resultaat
Ga naar
PT Portugees NL Nederlands
ter pouco (v) [provisão] bijna zonder zitten (v) [provisão]

PT NL Vertalingen voor ter

ter (v n) [to conceive of something or someone] achten (v n) [to conceive of something or someone]
ter (v) [to use caution] oppassen (v) [to use caution]
ter (n v adj) [feel fear about (something)] vrezen (n v adj) [feel fear about (something)]
ter (v) [animais] krijgen (v) [animais]
ter (v) [posição] houden (v) [posição]
ter (v n) [to conceive of something or someone] beschouwen (v n) [to conceive of something or someone]
ter (v) [to exist] liggen (v) [to exist]
ter (v) [(archaic) used to form the perfect aspect with certain intransitive verbs] zijn (v) {n} [(archaic) used to form the perfect aspect with certain intransitive verbs]
ter (v) [geral] bezitten (v) [geral]
ter (v) [to exist] bestaan (v) {n} [to exist]

PT NL Vertalingen voor pouco

pouco (n) [quantidade] {m} spoor (n) {n} [quantidade]
pouco (o) [grau] {m} hoegenaamd niets (o) [grau]
pouco (o) [modificador] {m} hoegenaamd niets (o) [modificador]
pouco (n) [quantidade] {m} vleugje (n) {n} [quantidade]
pouco (n) [quantidade] {m} tikje (n) {n} [quantidade]
pouco (n) [quantidade] {m} tikkeltje (n) {n} [quantidade]
pouco (n) [quantidade] {m} ietsje (n) {n} [quantidade]
pouco (n v) [small amount] {m} hap (n v) {m} [small amount]
pouco (a) [quantidade] {m} klein (a) [quantidade]
pouco (o) [grau] {m} gering (o) [grau]