Zoek woord sukkel heeft 30 resultaten
NL Nederlands PT Portugees
sukkel (n) [gedrag - vrouw] {m} parvo (n) {m} [gedrag - vrouw]
sukkel (n) [gedrag - vrouw] {m} pessoa atrapalhada (n) {f} [gedrag - vrouw]
sukkel (n) [gedrag - vrouw] {m} desajeitada (n) {f} [gedrag - vrouw]
sukkel (n) [gedrag - vrouw] {m} párvoa (n) {f} [gedrag - vrouw]
sukkel (n) [gedrag - vrouw] {m} parva (n) {f} [gedrag - vrouw]
NL Nederlands PT Portugees
sukkel (n) [gedrag - vrouw] {m} desastrado (n) {m} [gedrag - vrouw]
sukkel (n) [gedrag - man] {m} desastrado (n) {m} [gedrag - man]
sukkel (n) [gedrag - vrouw] {m} trapalhão (n) {m} [gedrag - vrouw]
sukkel (n) [gedrag - man] {m} trapalhão (n) {m} [gedrag - man]
sukkel (n) [gedrag - vrouw] {m} bronca (n) {f} [gedrag - vrouw]
sukkel (n) [gedrag - man] {m} bronca (n) {f} [gedrag - man]
sukkel (n) [gedrag - vrouw] {m} incompetente (n) {m} [gedrag - vrouw]
sukkel (n) [gedrag - man] {m} incompetente (n) {m} [gedrag - man]
sukkel (n) [gedrag - vrouw] {m} nulidade (n) {f} [gedrag - vrouw]
sukkel (n) [gedrag - man] {m} nulidade (n) {f} [gedrag - man]
sukkel (n) [gedrag - vrouw] {m} cabeça-oca (n) [gedrag - vrouw] (informal)
sukkel (n) [gedrag - man] {m} parvo (n) {m} [gedrag - man]
sukkel (n) [gedrag - vrouw] {m} tonta (n) {f} [gedrag - vrouw]
sukkel (n) [gedrag - vrouw] {m} mentecapta (n) {f} [gedrag - vrouw]
sukkel (n) [gedrag - vrouw] {m} desajeitado (n) {m} [gedrag - vrouw]
sukkel (n) [gedrag - man] {m} desajeitado (n) {m} [gedrag - man]
sukkel (n v) [someone who lacks confidence] {m} medroso (n v) {m} [someone who lacks confidence]
sukkel (n v) [someone who lacks confidence] {m} covarde (n v) {m} [someone who lacks confidence]
sukkel (n) [gedrag - vrouw] {m} idiota (n) {m} [gedrag - vrouw]
sukkel (n) [gedrag - vrouw] {m} tonto (n) {m} [gedrag - vrouw]
sukkel (n) [gedrag - man] {m} tonto (n) {m} [gedrag - man]
sukkel (n) [gedrag - vrouw] {m} bronco (n) {m} [gedrag - vrouw]
sukkel (n) [gedrag - man] {m} bronco (n) {m} [gedrag - man]
sukkel (n) [gedrag - vrouw] {m} pateta (n) {m} [gedrag - vrouw]
sukkel (n) [gedrag - man] {m} pateta (n) {m} [gedrag - man]
NL Synoniemen voor sukkel PT Vertalingen
schaap [onnozelaar] n sheep
schlemiel [pechvogel] schlimazel (n)
knoeier [kruk] m clumsy person
prutser [kruk] m botcher
sul [domoor] m wimp (informal)
oen [domoor] f asshole (informal)
klungel [kluns] m oaf
kluns [klojo] m clumsy person
kruk [knoeier] m crutch
hals [onnozele] m neck
domoor [oen] f simpleton (informal)
sufferd [ezel] m goofball (n adj)
uilskuiken [uil] n asshole (informal)
ezel [druiloor] m easel
stommeling [druiloor] m clot