Zoek woord schending van vertrouwen heeft 3 resultaten
Ga naar
NL Nederlands PT Portugees
schending van vertrouwen (n) [verraad] {f} infidelidade (n) {f} [verraad]
schending van vertrouwen (n) [verraad] {f} traição (n) {f} [verraad]
schending van vertrouwen (n) [algemeen] {f} abuso da confiança (n) {m} [algemeen]

NL PT Vertalingen voor schending

schending (n) [rechten] {f} ofensa (n) {f} [rechten]
schending (n) [wetten] {f} ofensa (n) {f} [wetten]
schending (n) [act or instance of violating] {f} violação (n) {f} [act or instance of violating]
schending (n) [rechten] {f} violação (n) {f} [rechten]
schending (n) [wetten] {f} violação (n) {f} [wetten]
schending (n) [rechten] {f} infração (n) {f} [rechten]
schending (n) [wetten] {f} infração (n) {f} [wetten]
schending (n) [rechten] {f} delinqüência (n) {f} [rechten]
schending (n) [wetten] {f} delinqüência (n) {f} [wetten]
schending (n) [rechten] {f} delito (n) {m} [rechten]

NL PT Vertalingen voor van

van (o) [bezit] proveniente de (o) [bezit]
van (o) [boeken] proveniente de (o) [boeken]
van (o) [oorsprong] proveniente de (o) [oorsprong]
van (o) [plaats] proveniente de (o) [plaats]
van (o) [tijd] proveniente de (o) [tijd]
van (v n) [to move smoothly from one topic to another] passar (v n) [to move smoothly from one topic to another]
van (o) [algemeen] para (o) [algemeen]
van (o) [algemeen] por (o) [algemeen]
van (o) [algemeen] de (o) [algemeen]
van (o) [bezit] de (o) [bezit]

NL PT Vertalingen voor vertrouwen

vertrouwen (n v adj) [confidence in or reliance on some person or quality] {n} confiança (n v adj) {f} [confidence in or reliance on some person or quality]
vertrouwen (n) [gedrag] {n} confiança (n) {f} [gedrag]
vertrouwen (n) [geloof] {n} confiança (n) {f} [geloof]
vertrouwen (n) [feeling that something is true] {n} (n) {f} [feeling that something is true]
vertrouwen (n) [geloof] {n} (n) {f} [geloof]
vertrouwen (n v adj) [confidence in the future payment for goods or services supplied; credit] {n} crédito (n v adj) {m} [confidence in the future payment for goods or services supplied; credit]
vertrouwen (n) [geloof] {n} crédito (n) {m} [geloof]
vertrouwen (n v adj) [To place confidence in] {n} confiar (n v adj) [To place confidence in]
vertrouwen (v) [trust] {n} confiar (v) [trust]
vertrouwen (n) [gedrag] {n} credulidade (n) {f} [gedrag]