Zoek woord perder tempo heeft 10 resultaten
PT Portugees NL Nederlands
perder tempo (v) [tempo] lanterfanten (v) {n} [tempo]
perder tempo (v) [tempo] treuzelen (v) {n} [tempo]
perder tempo (v) [tempo] talmen (v) [tempo]
perder tempo (v) [tempo] rondhangen (v) [tempo]
perder tempo (v) [tempo] rondlummelen (v) [tempo]
PT Portugees NL Nederlands
perder tempo (v) [tempo] tijd verprutsen (v) [tempo]
perder tempo (v) [tempo] zich verslapen (v) [tempo]
perder tempo (v) [tempo] verslapen (v) [tempo]
perder tempo (v) [tempo] slapend doorbrengen (v) [tempo]
perder tempo (v) [to allow time to elapse in an unproductive manner] tijd verspillen (v) [to allow time to elapse in an unproductive manner] (v)

PT NL Vertalingen voor perder

perder (v) [objeto] kwijt zijn (v) [objeto]
perder (v) [chance] weggooien (v) [chance]
perder (v) [oportunidade] weggooien (v) [oportunidade]
perder (v) [botânica] kwijtraken (v) [botânica]
perder (v) [geral] kwijtraken (v) [geral]
perder (v) [tempo] kwijtraken (v) [tempo]
perder (v) [chance] missen (v) [chance]
perder (v) [oportunidade] missen (v) [oportunidade]
perder (v) [chance] verkijken (v) [chance]
perder (v) [oportunidade] verkijken (v) [oportunidade]

PT NL Vertalingen voor tempo

tempo (n) [meteorologia] {m} weer (n) {n} [meteorologia]
tempo (n v) [state of the atmosphere] {m} weer (n v) {n} [state of the atmosphere]
tempo (n) [história] {m} era (n) {m} [história]
tempo (n) [passado] {m} era (n) {m} [passado]
tempo (n conj v) [uncertain duration of time, a period of time] {m} momentje (n conj v) {n} [uncertain duration of time, a period of time]
tempo (n) [geral] {m} moment (n) {n} [geral]
tempo (n) [lingüística] {m} moment (n) {n} [lingüística]
tempo (int n v) [measurement of a quantity of time] {m} duur (int n v) {m} [measurement of a quantity of time]
tempo (n) [geral] {m} tijd (n) {m} [geral]
tempo (n) [história] {m} tijd (n) {m} [história]