NL PT Nederlands Portugees vertalingen voor naar binnen brengen
Zoek woord naar binnen brengen heeft 2 resultaten
Ga naar
NL | Nederlands | PT | Portugees | |
---|---|---|---|---|
naar binnen brengen (v) [insteken] | introduzir (v) [insteken] | |||
naar binnen brengen (v) [insteken] | inserir (v) [insteken] |
NL PT Vertalingen voor naar
naar (a) [gevoelens] | desagradável (a) [gevoelens] | |||
naar (a) [ruiken] | desagradável (a) [ruiken] | |||
naar (adj adv n v) [tricky; stressful; unpleasant] | desagradável (adj adv n v) [tricky; stressful; unpleasant] | |||
naar (a) [verwachting] | desagradável (a) [verwachting] | |||
naar (a) [geneeskunde] | indisposto (a) [geneeskunde] | |||
naar (a) [gevoelens] | horrível (a) [gevoelens] | |||
naar (a) [ruiken] | horrível (a) [ruiken] | |||
naar (a) [verwachting] | cruel (a) [verwachting] | |||
naar (o) [algemeen] | para (o) [algemeen] | |||
naar (o) [bestemming] | para (o) [bestemming] |
NL PT Vertalingen voor binnen
binnen (o) [tijd] | dentro de (o) [tijd] | |||
binnen (o) [algemeen] | em casa (o) {f} [algemeen] | |||
binnen (o) [bijwoord] | em casa (o) {f} [bijwoord] | |||
binnen (o) [gebouw] | em casa (o) {f} [gebouw] | |||
binnen (o) [ligging] | em casa (o) {f} [ligging] | |||
binnen (o) [plaats] | em casa (o) {f} [plaats] | |||
binnen (o) [algemeen] | dentro de casa (o) [algemeen] | |||
binnen (o) [bijwoord] | dentro de casa (o) [bijwoord] | |||
binnen (o) [gebouw] | dentro de casa (o) [gebouw] | |||
binnen (o) [ligging] | dentro de casa (o) [ligging] |
NL PT Vertalingen voor brengen
brengen (v) [halen] | buscar (v) [halen] | |||
brengen (v) [halen] | apanhar (v) [halen] | |||
brengen (v) [halen] | trazer (v) [halen] | |||
brengen (v) [persoon] | trazer (v) [persoon] | |||
brengen (v) [to transport toward somebody/somewhere] | trazer (v) [to transport toward somebody/somewhere] | |||
brengen (v) [voldoening] | trazer (v) [voldoening] | |||
brengen (v) [voorwerpen] | trazer (v) [voorwerpen] | |||
brengen (v) [voldoening] | proporcionar (v) [voldoening] | |||
brengen (v) [persoon] | portar (v) [persoon] | |||
brengen (v) [voorwerpen] | portar (v) [voorwerpen] |