Zoek woord je heeft 70 resultaten
NL Nederlands PT Portugees
je (o) [persoonlijk vnw. - lijdend vw. - enk.] na (o) [persoonlijk vnw. - lijdend vw. - enk.]
je (pronoun determiner) [one] se (pronoun determiner) [one]
je (o) [algemeen] se (o) [algemeen]
je (o) [wederkerend vnw. - enk.] te (o) [wederkerend vnw. - enk.]
je (o) [persoonlijk vnw. - meewerkend vw. - enk.] te (o) [persoonlijk vnw. - meewerkend vw. - enk.]
NL Nederlands PT Portugees
je (o) [persoonlijk vnw. - lijdend vw. - enk.] te (o) [persoonlijk vnw. - lijdend vw. - enk.]
je (pronoun determiner) [object pronoun: the person being addressed] te (pronoun determiner) [object pronoun: the person being addressed]
je (o) [algemeen] te (o) [algemeen]
je (o) [wederkerend vnw. - enk.] na (o) [wederkerend vnw. - enk.]
je (o) [persoonlijk vnw. - lijdend vw. - enk.] se (o) [persoonlijk vnw. - lijdend vw. - enk.]
je (o) [algemeen] na (o) [algemeen]
je (o) [wederkerend vnw. - enk.] la (o) [wederkerend vnw. - enk.]
je (o) [persoonlijk vnw. - lijdend vw. - enk.] la (o) [persoonlijk vnw. - lijdend vw. - enk.]
je (o) [algemeen] la (o) [algemeen]
je (o) [wederkerend vnw. - enk.] lo (o) [wederkerend vnw. - enk.]
je (o) [persoonlijk vnw. - lijdend vw. - enk.] lo (o) [persoonlijk vnw. - lijdend vw. - enk.]
je (o) [algemeen] lo (o) [algemeen]
je (o) [wederkerend voornaamwoord - mv.] tu (o) [wederkerend voornaamwoord - mv.]
je (pronoun determiner) [object pronoun: the group being addressed] os senhores (pronoun determiner) {m} [object pronoun: the group being addressed]
je (pronoun determiner) [object pronoun: the group being addressed] vos (pronoun determiner) [object pronoun: the group being addressed]
je (pronoun determiner) [subject pronoun: the person being addressed] a senhora (pronoun determiner) {f} [subject pronoun: the person being addressed]
je (pronoun determiner) [object pronoun: the person being addressed] a senhora (pronoun determiner) {f} [object pronoun: the person being addressed]
je (pronoun determiner) [subject pronoun: the person being addressed] o senhor (pronoun determiner) {m} [subject pronoun: the person being addressed]
je (pronoun determiner) [object pronoun: the person being addressed] o senhor (pronoun determiner) {m} [object pronoun: the person being addressed]
je (pronoun determiner) [object pronoun: the person being addressed] contigo (pronoun determiner) [object pronoun: the person being addressed]
je (pronoun determiner) [object pronoun: the person being addressed] ti (pronoun determiner) [object pronoun: the person being addressed]
je (pronoun determiner) [object pronoun: the group being addressed] as senhoras (pronoun determiner) {f} [object pronoun: the group being addressed]
je (o) [wederkerend vnw. - enk.] tu (o) [wederkerend vnw. - enk.]
je (pronoun determiner) [object pronoun: the person being addressed] consigo (pronoun determiner) [object pronoun: the person being addressed]
je (pronoun determiner) [object pronoun: the group being addressed] consigo (pronoun determiner) [object pronoun: the group being addressed]
je (pronoun determiner) [object pronoun: the group being addressed] vocês (pronoun determiner) [object pronoun: the group being addressed]
je (o) [persoonlijk vnw. - meewerkend vw. - enk.] lhe (o) [persoonlijk vnw. - meewerkend vw. - enk.]
je (o) [algemeen] lhe (o) [algemeen]
je (o) [wederkerend voornaamwoord - mv.] se (o) [wederkerend voornaamwoord - mv.]
je (o) [wederkerend vnw. - enk.] se (o) [wederkerend vnw. - enk.]
je (a) [bezittelijk bijvoeglijk nw. - enk.] seu (a) [bezittelijk bijvoeglijk nw. - enk.]
je (pronoun) [belonging to you (singular; one owner)] tua (pronoun) [belonging to you (singular; one owner)]
je (pronoun conj) [possessive determiner] teu (pronoun conj) [possessive determiner]
je (a) [bezittelijk bijvoeglijk nw. - enk.] teu (a) [bezittelijk bijvoeglijk nw. - enk.]
je (a) [bez. bijv. nw. - mv. - één pers.] teu (a) [bez. bijv. nw. - mv. - één pers.]
je (pronoun) [belonging to you (singular; one owner)] teu (pronoun) [belonging to you (singular; one owner)]
je (a) [bezittelijk bijvoeglijk nw. - enk.] sua (a) [bezittelijk bijvoeglijk nw. - enk.]
je (a) [bez. bijv. nw. - mv. - één pers.] sua (a) [bez. bijv. nw. - mv. - één pers.]
je (pronoun) [belonging to you (singular; one owner)] sua (pronoun) [belonging to you (singular; one owner)]
je (a) [bez. bijv. nw. - mv. - één pers.] tua (a) [bez. bijv. nw. - mv. - één pers.]
je (a) [bez. bijv. nw. - mv. - één pers.] seu (a) [bez. bijv. nw. - mv. - één pers.]
je (pronoun) [belonging to you (singular; one owner)] seu (pronoun) [belonging to you (singular; one owner)]
je (o) [wederkerend vnw. - enk.] o (o) [wederkerend vnw. - enk.]
je (o) [persoonlijk vnw. - lijdend vw. - enk.] o (o) [persoonlijk vnw. - lijdend vw. - enk.]
je (o) [algemeen] o (o) [algemeen]
je (o) [wederkerend vnw. - enk.] no (o) [wederkerend vnw. - enk.]
je (o) [persoonlijk vnw. - lijdend vw. - enk.] no (o) [persoonlijk vnw. - lijdend vw. - enk.]
je (o) [algemeen] no (o) [algemeen]
je (o) [persoonlijk vnw. - onderwerp - enk.] você (o) [persoonlijk vnw. - onderwerp - enk.]
je (pronoun determiner) [subject pronoun: the person being addressed] tu (pronoun determiner) [subject pronoun: the person being addressed]
je (o) [persoonlijk vnw. - onderwerp - enk.] tu (o) [persoonlijk vnw. - onderwerp - enk.]
je (o) [persoonlijk vnw. - meewerkend vw. - enk.] tu (o) [persoonlijk vnw. - meewerkend vw. - enk.]
je (o) [persoonlijk vnw. - lijdend vw. - enk.] tu (o) [persoonlijk vnw. - lijdend vw. - enk.]
je (o) [algemeen] tu (o) [algemeen]
je (o) [wederkerend voornaamwoord - mv.] você (o) [wederkerend voornaamwoord - mv.]
je (o) [wederkerend vnw. - enk.] você (o) [wederkerend vnw. - enk.]
je (pronoun determiner) [subject pronoun: the person being addressed] você (pronoun determiner) [subject pronoun: the person being addressed]
je (pronoun determiner) [one] a (pronoun determiner) [one]
je (o) [persoonlijk vnw. - meewerkend vw. - enk.] você (o) [persoonlijk vnw. - meewerkend vw. - enk.]
je (o) [persoonlijk vnw. - lijdend vw. - enk.] você (o) [persoonlijk vnw. - lijdend vw. - enk.]
je (pronoun determiner) [one] você (pronoun determiner) [one]
je (pronoun determiner) [object pronoun: the person being addressed] você (pronoun determiner) [object pronoun: the person being addressed]
je (o) [algemeen] você (o) [algemeen]
je (pronoun conj) [possessive determiner] tua (pronoun conj) [possessive determiner]
je (a) [bezittelijk bijvoeglijk nw. - enk.] tua (a) [bezittelijk bijvoeglijk nw. - enk.]