Zoek woord interromper heeft 22 resultaten
PT Portugees NL Nederlands
interromper (v) [atividade] stoppen (v) {n} [atividade]
interromper (v) [telefone] interrumperen (v) [telefone]
interromper (v) [conversa] interrumperen (v) [conversa]
interromper (v) [continuidade] interrumperen (v) [continuidade]
interromper (v) [direito] verdagen (v) [direito]
PT Portugees NL Nederlands
interromper (v) [produção] stopzetten (v) [produção]
interromper (v) [atividade] stopzetten (v) [atividade]
interromper (v) [produção] ophouden (v) {n} [produção]
interromper (v) [atividade] ophouden (v) {n} [atividade]
interromper (v) [direito] opheffen (v) {n} [direito]
interromper (v) [produção] stoppen (v) {n} [produção]
interromper (v) [continuidade] afbreken (v) [continuidade]
interromper (v) [to interrupt or impede something] onderbreken (v) [to interrupt or impede something]
interromper (n v) [to interrupt or cut off] onderbreken (n v) [to interrupt or cut off]
interromper (v) [telefone] onderbreken (v) [telefone]
interromper (v) [negociação] onderbreken (v) [negociação]
interromper (v) [conversa] onderbreken (v) [conversa]
interromper (v) [continuidade] onderbreken (v) [continuidade]
interromper (n v) [to interrupt or cut off] afbreken (n v) [to interrupt or cut off]
interromper (v) [telefone] afbreken (v) [telefone]
interromper (v) [negociação] afbreken (v) [negociação]
interromper (v) [conversa] afbreken (v) [conversa]

Portugees Nederlands vertalingen

PT Synoniemen voor interromper NL Vertalingen
cessar [terminar] houd op en doe van afstand (v n)
acabar [terminar] beëindigen
parar [terminar] staken
descontinuar [terminar] ophouden {n}
mutilar [acidente] verminken
separar de [acidente] scheiden {n}
cortar [acidente] in
abandonar [morrer] opgeven {n}
terminar [morrer] beëindigen
repousar [morrer] rusten
deter [morrer] detineren