Zoek woord iets doen voor het geld heeft 2 resultaten
Ga naar
NL Nederlands PT Portugees
iets doen voor het geld (v) [winst] fazer algo por dinheiro (v) [winst]
iets doen voor het geld (v) [winst] fazer algo visando lucro (v) [winst]

NL PT Vertalingen voor iets

iets (o) [algemeen] apenas (o) [algemeen]
iets (o) [graad] apenas (o) [graad]
iets (o) [algemeen] mal (o) {m} [algemeen]
iets (o) [graad] mal (o) {m} [graad]
iets (o) [algemeen] algum (o) [algemeen]
iets (o) [graad] algum (o) [graad]
iets (o) [algemeen] um pouco de (o) [algemeen]
iets (o) [graad] um pouco de (o) [graad]
iets (o) [algemeen] meio (o) {m} [algemeen]
iets (o) [graad] meio (o) {m} [graad]

NL PT Vertalingen voor doen

doen (v) [aktie] tomar (v) [aktie]
doen (v) [to make one suppose] sugerir (v) [to make one suppose]
doen (v) [aktie] fazer (v) [aktie]
doen (v) [handelen] fazer (v) [handelen]
doen (v) [aktie] agir (v) [aktie]
doen (v) [handelen] agir (v) [handelen]
doen (adj n v) [tip, overturn] capotar (adj n v) [tip, overturn]

NL PT Vertalingen voor voor

voor (o) [algemeen] {m} para (o) [algemeen]
voor (conj prep) [directed at, intended to belong to] {m} para (conj prep) [directed at, intended to belong to]
voor (o) [plaats] {m} para (o) [plaats]
voor (o) [ruil] {m} para (o) [ruil]
voor (o) [tijd] {m} para (o) [tijd]
voor (o) [algemeen] {m} por (o) [algemeen]
voor (prep conj) [in exchange for] {m} por (prep conj) [in exchange for]
voor (conj prep) [over a period of time] {m} por (conj prep) [over a period of time]
voor (o) [prijs] {m} por (o) [prijs]
voor (o) [ruil] {m} por (o) [ruil]

NL PT Vertalingen voor het

het (article adv) [article] a (article adv) [article]
het (article adv) [stressed, indicating that the object in question is the only one worthy of attention] a (article adv) [stressed, indicating that the object in question is the only one worthy of attention]
het (article adv) [with an adjectival noun, as in “the hungry” to mean “hungry people”] a (article adv) [with an adjectival noun, as in “the hungry” to mean “hungry people”]
het (n v abbr) [work, suffice] servir (n v abbr) [work, suffice]
het (o) [persoonlijk vnw. - lijdend vw.] isso (o) [persoonlijk vnw. - lijdend vw.]
het (o) [persoonlijk vnw. - onderwerp] isso (o) [persoonlijk vnw. - onderwerp]
het (o) [persoonlijk vnw. - lijdend vw.] isto (o) [persoonlijk vnw. - lijdend vw.]
het (o) [persoonlijk vnw. - onderwerp] isto (o) [persoonlijk vnw. - onderwerp]
het (article adv) [article] o (article adv) [article]
het (o) [bepaald lidwoord] o (o) [bepaald lidwoord]

NL PT Vertalingen voor geld

geld (n) [algemeen] {n} tutu (n) {m} [algemeen]
geld (n) [algemeen] {n} dinheiro (n) {m} [algemeen]
geld (n) [algemeen] {n} grana (n) {f} [algemeen]
geld (n) [algemeen] {n} mufa (n) {f} [algemeen]
geld (n) [algemeen] {n} gaita (n) {f} [algemeen]
geld (n) [algemeen] {n} mufunfa (n) {f} [algemeen]