NL PT Nederlands Portugees vertalingen voor het voordeel hebben van
Zoek woord het voordeel hebben van heeft 2 resultaten
Ga naar
NL | Nederlands | PT | Portugees | |
---|---|---|---|---|
het voordeel hebben van (v) [voordeel] | possuir (v) [voordeel] | |||
het voordeel hebben van (v) [voordeel] | gozar (v) [voordeel] |
NL PT Vertalingen voor het
het (article adv) [article] | a (article adv) [article] | |||
het (article adv) [stressed, indicating that the object in question is the only one worthy of attention] | a (article adv) [stressed, indicating that the object in question is the only one worthy of attention] | |||
het (article adv) [with an adjectival noun, as in “the hungry” to mean “hungry people”] | a (article adv) [with an adjectival noun, as in “the hungry” to mean “hungry people”] | |||
het (n v abbr) [work, suffice] | servir (n v abbr) [work, suffice] | |||
het (o) [persoonlijk vnw. - lijdend vw.] | isso (o) [persoonlijk vnw. - lijdend vw.] | |||
het (o) [persoonlijk vnw. - onderwerp] | isso (o) [persoonlijk vnw. - onderwerp] | |||
het (o) [persoonlijk vnw. - lijdend vw.] | isto (o) [persoonlijk vnw. - lijdend vw.] | |||
het (o) [persoonlijk vnw. - onderwerp] | isto (o) [persoonlijk vnw. - onderwerp] | |||
het (article adv) [article] | o (article adv) [article] | |||
het (o) [bepaald lidwoord] | o (o) [bepaald lidwoord] |
NL PT Vertalingen voor voordeel
voordeel (n) [algemeen] {n} | bem (n) {m} [algemeen] | |||
voordeel (n) [algemeen] {n} | ganho (n) {m} [algemeen] | |||
voordeel (n) [profijt] {n} | ganho (n) {m} [profijt] | |||
voordeel (n) [sport - tennis] {n} | ganho (n) {m} [sport - tennis] | |||
voordeel (n adj) [A blessing or benefit] {n} | bênção (n adj) {f} [A blessing or benefit] | |||
voordeel (n) [algemeen] {n} | lucro (n) {m} [algemeen] | |||
voordeel (n) [profijt] {n} | lucro (n) {m} [profijt] | |||
voordeel (n) [sport - tennis] {n} | lucro (n) {m} [sport - tennis] | |||
voordeel (n v) [advantage, help or aid] {n} | benefício (n v) {m} [advantage, help or aid] | |||
voordeel (n) [algemeen] {n} | benefício (n) {m} [algemeen] |
NL PT Vertalingen voor hebben
NL PT Vertalingen voor van
van (o) [bezit] | proveniente de (o) [bezit] | |||
van (o) [boeken] | proveniente de (o) [boeken] | |||
van (o) [oorsprong] | proveniente de (o) [oorsprong] | |||
van (o) [plaats] | proveniente de (o) [plaats] | |||
van (o) [tijd] | proveniente de (o) [tijd] | |||
van (v n) [to move smoothly from one topic to another] | passar (v n) [to move smoothly from one topic to another] | |||
van (o) [algemeen] | para (o) [algemeen] | |||
van (o) [algemeen] | por (o) [algemeen] | |||
van (o) [algemeen] | de (o) [algemeen] | |||
van (o) [bezit] | de (o) [bezit] |