NL PT Nederlands Portugees vertalingen voor het leven schenken aan
Zoek woord het leven schenken aan heeft 3 resultaten
Ga naar
NL | Nederlands | PT | Portugees | |
---|---|---|---|---|
het leven schenken aan (v) [baby] | dar a luz (v) [baby] | |||
het leven schenken aan (v) [baby] | ter um bebê (v) [baby] | |||
het leven schenken aan (v) [baby] | trazer ao mundo (v) [baby] |
NL PT Vertalingen voor het
het (article adv) [article] | a (article adv) [article] | |||
het (article adv) [stressed, indicating that the object in question is the only one worthy of attention] | a (article adv) [stressed, indicating that the object in question is the only one worthy of attention] | |||
het (article adv) [with an adjectival noun, as in “the hungry” to mean “hungry people”] | a (article adv) [with an adjectival noun, as in “the hungry” to mean “hungry people”] | |||
het (n v abbr) [work, suffice] | servir (n v abbr) [work, suffice] | |||
het (o) [persoonlijk vnw. - lijdend vw.] | isso (o) [persoonlijk vnw. - lijdend vw.] | |||
het (o) [persoonlijk vnw. - onderwerp] | isso (o) [persoonlijk vnw. - onderwerp] | |||
het (o) [persoonlijk vnw. - lijdend vw.] | isto (o) [persoonlijk vnw. - lijdend vw.] | |||
het (o) [persoonlijk vnw. - onderwerp] | isto (o) [persoonlijk vnw. - onderwerp] | |||
het (article adv) [article] | o (article adv) [article] | |||
het (o) [bepaald lidwoord] | o (o) [bepaald lidwoord] |
NL PT Vertalingen voor leven
leven (n) [algemeen] {n} | existir (n) {m} [algemeen] | |||
leven (n) [zijn] {n} | existir (n) {m} [zijn] | |||
leven (v) [persoon] {n} | habitar (v) [persoon] | |||
leven (v) [verblijfplaats] {n} | habitar (v) [verblijfplaats] | |||
leven (v) [persoon] {n} | morar (v) [persoon] | |||
leven (v) [verblijfplaats] {n} | morar (v) [verblijfplaats] | |||
leven (n) [algemeen] {n} | viver (n) {m} [algemeen] | |||
leven (v) [persoon] {n} | viver (v) {m} [persoon] | |||
leven (v) [verblijfplaats] {n} | viver (v) {m} [verblijfplaats] | |||
leven (n) [zijn] {n} | viver (n) {m} [zijn] |
NL PT Vertalingen voor schenken
schenken (n v) [(transitive) To give as a gift] {n} | oferecer (n v) [(transitive) To give as a gift] | |||
schenken (n) [geven] {n} | doação (n) {f} [geven] | |||
schenken (v) [bijdragen] {n} | contribuir (v) [bijdragen] | |||
schenken (v) [bijdragen] {n} | colaborar (v) [bijdragen] | |||
schenken (v) [bijdragen] {n} | doar (v) [bijdragen] | |||
schenken (v) [geschenk] {n} | conferir (v) [geschenk] | |||
schenken (v) [present a thing as a gift or honour] {n} | conferir (v) [present a thing as a gift or honour] | |||
schenken (v) [titel] {n} | conferir (v) [titel] | |||
schenken (v) [verlenen] {n} | conferir (v) [verlenen] | |||
schenken (v) [geschenk] {n} | presentear (v) [geschenk] |
NL PT Vertalingen voor aan
aan (particle prep adv) [used to indicate the indirect object] | para (particle prep adv) [used to indicate the indirect object] | |||
aan (particle prep adv) [used to indicate the indirect object] | a (particle prep adv) [used to indicate the indirect object] | |||
aan (o) [nabijheid] | em (o) [nabijheid] | |||
aan (particle prep adv) [used after certain adjectives to indicate a relationship] | com (particle prep adv) [used after certain adjectives to indicate a relationship] | |||
aan (n) [denoting unit price] | arroba (n) [denoting unit price] |