NL PT Nederlands Portugees vertalingen voor gebruik maken van
Zoek woord gebruik maken van heeft 6 resultaten
Ga naar Nederlands » Portugees
NL | Nederlands | PT | Portugees | |
---|---|---|---|---|
gebruik maken van (v) [suggestie] | adotar (v) [suggestie] | |||
gebruik maken van (v) [suggestie] | aceitar (v) [suggestie] | |||
gebruik maken van (v) [suggestie] | seguir (v) [suggestie] | |||
gebruik maken van (v) [situatie] | tirar vantagem de (v) [situatie] | |||
gebruik maken van (v) [situatie] | tirar proveito de (v) [situatie] |
NL | Nederlands | PT | Portugees | |
---|---|---|---|---|
gebruik maken van (v) [situatie] | aproveitar (v) [situatie] |
NL PT Vertalingen voor gebruik
gebruik (n) [algemeen] {n} | emprego (n) {m} [algemeen] | |||
gebruik (n) [manier van gebruik] {n} | emprego (n) {m} [manier van gebruik] | |||
gebruik (n) [toepassing] {n} | emprego (n) {m} [toepassing] | |||
gebruik (n) [use, purpose] {n} | emprego (n) {m} [use, purpose] | |||
gebruik (n) [werktuigen] {n} | emprego (n) {m} [werktuigen] | |||
gebruik (n) [algemeen] {n} | hábito (n) {m} [algemeen] | |||
gebruik (n) [gewoonte] {n} | hábito (n) {m} [gewoonte] | |||
gebruik (n) [algemeen] {n} | costume (n) {m} [algemeen] | |||
gebruik (n) [gewoonte] {n} | costume (n) {m} [gewoonte] | |||
gebruik (n adj v) [long-established practice] {n} | costume (n adj v) {m} [long-established practice] |
NL PT Vertalingen voor maken
maken (v n) [cause to become] | deixar (v n) [cause to become] | |||
maken (v) [aktie] | tomar (v) [aktie] | |||
maken (v) [algemeen] | tomar (v) [algemeen] | |||
maken (v) [winst] | tomar (v) [winst] | |||
maken (v) [aktie] | fazer (v) [aktie] | |||
maken (v) [algemeen] | fazer (v) [algemeen] | |||
maken (v) [winst] | fazer (v) [winst] | |||
maken (v) [aktie] | alcançar (v) [aktie] | |||
maken (v) [algemeen] | alcançar (v) [algemeen] | |||
maken (v) [winst] | alcançar (v) [winst] |
NL PT Vertalingen voor van
van (o) [bezit] | proveniente de (o) [bezit] | |||
van (o) [boeken] | proveniente de (o) [boeken] | |||
van (o) [oorsprong] | proveniente de (o) [oorsprong] | |||
van (o) [plaats] | proveniente de (o) [plaats] | |||
van (o) [tijd] | proveniente de (o) [tijd] | |||
van (v n) [to move smoothly from one topic to another] | passar (v n) [to move smoothly from one topic to another] | |||
van (o) [algemeen] | para (o) [algemeen] | |||
van (o) [algemeen] | por (o) [algemeen] | |||
van (o) [algemeen] | de (o) [algemeen] | |||
van (o) [bezit] | de (o) [bezit] |