NL PT Nederlands Portugees vertalingen voor een ontwijkend antwoord geven
Zoek woord een ontwijkend antwoord geven heeft eén resultaat
Ga naar
NL | Nederlands | PT | Portugees | |
---|---|---|---|---|
een ontwijkend antwoord geven (v) [algemeen] | ser ambíguo (v) [algemeen] |
NL PT Vertalingen voor een
een (v) [to fart] {m} | soltar (v) [to fart] | |||
een (n v) [to bathe using a shower] {m} | tomar (n v) [to bathe using a shower] | |||
een (a) [algemeen] {m} | um certo (a) [algemeen] | |||
een (a) [hoofdtelwoord] {m} | um certo (a) [hoofdtelwoord] | |||
een (a) [onbepaald bijvoeglijk naamwoord] {m} | um certo (a) [onbepaald bijvoeglijk naamwoord] | |||
een (a) [algemeen] {m} | uma certa (a) [algemeen] | |||
een (a) [hoofdtelwoord] {m} | uma certa (a) [hoofdtelwoord] | |||
een (a) [onbepaald bijvoeglijk naamwoord] {m} | uma certa (a) [onbepaald bijvoeglijk naamwoord] | |||
een (a) [algemeen] {m} | um tal de (a) [algemeen] | |||
een (a) [hoofdtelwoord] {m} | um tal de (a) [hoofdtelwoord] |
NL PT Vertalingen voor ontwijkend
ontwijkend (a) [antwoord] | elusivo (a) [antwoord] | |||
ontwijkend (a) [antwoord] | evasivo (a) [antwoord] |
NL PT Vertalingen voor antwoord
antwoord (n) [an answer or reply] {n} | resposta (n) {f} [an answer or reply] | |||
antwoord (n) [oplossing] {n} | resposta (n) {f} [oplossing] | |||
antwoord (n) [vraag] {n} | resposta (n) {f} [vraag] | |||
antwoord (v n) [written or spoken response] {n} | resposta (v n) {f} [written or spoken response] | |||
antwoord (n) [oplossing] {n} | réplica (n) {f} [oplossing] | |||
antwoord (n) [vraag] {n} | réplica (n) {f} [vraag] | |||
antwoord (n) [oplossing] {n} | solução (n) {f} [oplossing] | |||
antwoord (n) [vraag] {n} | solução (n) {f} [vraag] |
NL PT Vertalingen voor geven
geven (v) [voorwerp] | entregar (v) [voorwerp] | |||
geven (v) [voorwerpen] | entregar (v) [voorwerpen] | |||
geven (v) [voldoening] | trazer (v) [voldoening] | |||
geven (v) [algemeen] | passar (v) [algemeen] | |||
geven (v) [geschenk] | passar (v) [geschenk] | |||
geven (v) [overhandigen] | passar (v) [overhandigen] | |||
geven (v) [spelen - kaarten] | passar (v) [spelen - kaarten] | |||
geven (v) [voorwerp] | passar (v) [voorwerp] | |||
geven (v) [voorwerpen] | passar (v) [voorwerpen] | |||
geven (v) [wiskunde] | supor (v) [wiskunde] |