Zoek woord distinguir heeft 39 resultaten
PT Portugees NL Nederlands
distinguir (v) [caracterizar] kenschetsen (v) [caracterizar]
distinguir (v) [visão] herkennen (v) [visão]
distinguir (v) [visão] eruit halen (v) [visão]
distinguir (v) [visão] eruit pikken (v) [visão]
distinguir (v) [caracterizar] karakteriseren (v) [caracterizar]
PT Portugees NL Nederlands
distinguir (v) [diferença] karakteriseren (v) [diferença]
distinguir (v) [distinção] karakteriseren (v) [distinção]
distinguir (v) [caracterizar] typeren (v) [caracterizar]
distinguir (v) [diferença] typeren (v) [diferença]
distinguir (v) [distinção] typeren (v) [distinção]
distinguir (v) [distinção] onderkennen (v) [distinção]
distinguir (v) [diferença] kenschetsen (v) [diferença]
distinguir (v) [distinção] kenschetsen (v) [distinção]
distinguir (v) [caracterizar] typisch zijn voor (v) [caracterizar]
distinguir (v) [diferença] typisch zijn voor (v) [diferença]
distinguir (v) [distinção] typisch zijn voor (v) [distinção]
distinguir (v) [caracterizar] karakteristiek zijn voor (v) [caracterizar]
distinguir (v) [diferença] karakteristiek zijn voor (v) [diferença]
distinguir (v) [distinção] karakteristiek zijn voor (v) [distinção]
distinguir (v) [intransitive: to be much better than others] uitblinken (v) [intransitive: to be much better than others]
distinguir (v) [distinção] differentiëren (v) [distinção]
distinguir (v) [caracterizar] kenmerken (v) [caracterizar]
distinguir (v) [diferença] kenmerken (v) [diferença]
distinguir (v) [distinção] kenmerken (v) [distinção]
distinguir (v) [caracterizar] onderscheiden (v) [caracterizar]
distinguir (v) [diferença] onderscheiden (v) [diferença]
distinguir (v) [distinção] onderscheiden (v) [distinção]
distinguir (v) [to see someone or something as different from others] onderscheiden (v) [to see someone or something as different from others]
distinguir (v) [caracterizar] differentiëren (v) [caracterizar]
distinguir (v) [diferença] differentiëren (v) [diferença]
distinguir (v) [diferença] markeren (v) [diferença]
distinguir (v) [caracterizar] een onderscheid maken (v) [caracterizar]
distinguir (v) [diferença] een onderscheid maken (v) [diferença]
distinguir (v) [distinção] een onderscheid maken (v) [distinção]
distinguir (v) [caracterizar] uit elkaar houden (v) [caracterizar]
distinguir (v) [diferença] uit elkaar houden (v) [diferença]
distinguir (v) [distinção] uit elkaar houden (v) [distinção]
distinguir (v) [caracterizar] onderkennen (v) [caracterizar]
distinguir (v) [diferença] onderkennen (v) [diferença]

Portugees Nederlands vertalingen