Zoek woord cruzar heeft 18 resultaten
PT Portugees NL Nederlands
cruzar (v) [divisa] overschrijden (v) [divisa]
cruzar (v) [ponte] overbruggen (v) [ponte]
cruzar (v) [ponte] overspannen (v) [ponte]
cruzar (n adj prep v) [travel in a direction or path that will intersect with that another] kruisen (n adj prep v) [travel in a direction or path that will intersect with that another]
cruzar (v) [linha] kruisen (v) [linha]
PT Portugees NL Nederlands
cruzar (v) [geral] kruisen (v) [geral]
cruzar (v) [botânica] kruisen (v) [botânica]
cruzar (v) [biologia] kruisen (v) [biologia]
cruzar (v) [animais] kruisen (v) [animais]
cruzar (v) [aviação] oversteken (v) [aviação]
cruzar (v) [aviação] vliegen over (v) [aviação]
cruzar (v) [geral] snijden (v) {n} [geral]
cruzar (v) [viajar] doortrekken (v) [viajar]
cruzar (v) [viajar] doorkruisen (v) [viajar]
cruzar (v) [viajar] trekken door (v) [viajar]
cruzar (v) [viajar] oversteken (v) [viajar]
cruzar (n adj prep v) [go from one side of something to the other] oversteken (n adj prep v) [go from one side of something to the other]
cruzar (v) [divisa] oversteken (v) [divisa]

Portugees Nederlands vertalingen

PT Synoniemen voor cruzar NL Vertalingen
atravessar [cortar] atravesar
percorrer [cortar] recorrer
transpor [cortar] transportar