Zoek woord cometer uma fraude heeft 5 resultaten
Ga naar
PT Portugees NL Nederlands
cometer uma fraude (v) [crime] bedriegen (v) [crime]
cometer uma fraude (v) [crime] bezwendelen (v) [crime]
cometer uma fraude (v) [crime] oplichten (v) [crime]
cometer uma fraude (v) [crime] frauderen (v) [crime]
cometer uma fraude (v) [crime] fraude plegen (v) [crime]

PT NL Vertalingen voor cometer

cometer (v) [crime] plegen (v) {n} [crime]
cometer (v) [crime] begaan (v) {n} [crime]
cometer (v) [crime] bedrijven (v) [crime]

PT NL Vertalingen voor uma

uma (a) [determinante indefinido] {f} enig (a) [determinante indefinido]
uma (a) [determinante indefinido] {f} een zekere (a) [determinante indefinido]
uma (a) [determinante indefinido] {f} één of andere (a) [determinante indefinido]
uma (o) [artigo indefinido] {f} een (o) {m} [artigo indefinido]
uma (a) [determinante indefinido] {f} een (a) {m} [determinante indefinido]
uma (conj n prep) [indefinite article] {f} een (conj n prep) {m} [indefinite article]
uma (n) [numeral cardinal] {f} een (n) {m} [numeral cardinal]
uma (a) [determinante indefinido] {f} een of ander (a) [determinante indefinido]
uma (n) [ten past one] {f} tien over één (n) [ten past one] (n)
uma (n) [ten past one] {f} tien na één (n) [ten past one] (n)

PT NL Vertalingen voor fraude

fraude (n) [crime] {f} afzetten (n) {n} [crime]
fraude (n) [desonestidade] {f} afzetten (n) {n} [desonestidade]
fraude (n v) [an act of deception] {f} fraude (n v) {f} [an act of deception]
fraude (n) [comportamento] {f} fraude (n) {f} [comportamento]
fraude (n) [dinheiro] {f} fraude (n) {f} [dinheiro]
fraude (n v) [an act of deception] {f} oplichterij (n v) {f} [an act of deception]
fraude (n) [comportamento] {f} oplichterij (n) {f} [comportamento]
fraude (n) [crime] {f} oplichterij (n) {f} [crime]
fraude (n) [desonestidade] {f} oplichterij (n) {f} [desonestidade]
fraude (n) [dinheiro] {f} oplichterij (n) {f} [dinheiro]