NL PT Nederlands Portugees vertalingen voor cijfers geven voor
Zoek woord cijfers geven voor heeft eén resultaat
Ga naar
NL | Nederlands | PT | Portugees | |
---|---|---|---|---|
cijfers geven voor (v) [examen] | corrigir (v) [examen] |
NL PT Vertalingen voor geven
geven (v) [voorwerp] | entregar (v) [voorwerp] | |||
geven (v) [voorwerpen] | entregar (v) [voorwerpen] | |||
geven (v) [voldoening] | trazer (v) [voldoening] | |||
geven (v) [algemeen] | passar (v) [algemeen] | |||
geven (v) [geschenk] | passar (v) [geschenk] | |||
geven (v) [overhandigen] | passar (v) [overhandigen] | |||
geven (v) [spelen - kaarten] | passar (v) [spelen - kaarten] | |||
geven (v) [voorwerp] | passar (v) [voorwerp] | |||
geven (v) [voorwerpen] | passar (v) [voorwerpen] | |||
geven (v) [wiskunde] | supor (v) [wiskunde] |
NL PT Vertalingen voor voor
voor (o) [algemeen] {m} | para (o) [algemeen] | |||
voor (conj prep) [directed at, intended to belong to] {m} | para (conj prep) [directed at, intended to belong to] | |||
voor (o) [plaats] {m} | para (o) [plaats] | |||
voor (o) [ruil] {m} | para (o) [ruil] | |||
voor (o) [tijd] {m} | para (o) [tijd] | |||
voor (o) [algemeen] {m} | por (o) [algemeen] | |||
voor (prep conj) [in exchange for] {m} | por (prep conj) [in exchange for] | |||
voor (conj prep) [over a period of time] {m} | por (conj prep) [over a period of time] | |||
voor (o) [prijs] {m} | por (o) [prijs] | |||
voor (o) [ruil] {m} | por (o) [ruil] |