Zoek woord atacar heeft 22 resultaten
PT Portugees NL Nederlands
atacar (v) [luta] aanranden (v) [luta]
atacar (v) [desaprovação] een aanval doen op (v) [desaprovação]
atacar (v) [desaprovação] uithalen naar (v) [desaprovação]
atacar (v) [crime] toeslaan (v) [crime]
atacar (v) [objetos] bekogelen (v) [objetos]
PT Portugees NL Nederlands
atacar (v) [exército] afsturen op (v) [exército]
atacar (v) [crítica] afgeven op (v) [crítica]
atacar (v) [crítica] zware kritiek leveren op (v) [crítica]
atacar (v) [luta] zich storten op (v) [luta]
atacar (v) [crime] zich storten op (v) [crime]
atacar (v) [acometer] zich storten op (v) [acometer]
atacar (v) [acometer] aanvallen (v) [acometer]
atacar (v) [crime] aanranden (v) [crime]
atacar (v) [acometer] aanranden (v) [acometer]
atacar (v) [luta] attaqueren (v) [luta]
atacar (v) [crime] attaqueren (v) [crime]
atacar (v) [acometer] attaqueren (v) [acometer]
atacar (v) [luta] overvallen (v) [luta]
atacar (v) [crime] overvallen (v) [crime]
atacar (v) [acometer] overvallen (v) [acometer]
atacar (v) [luta] aanvallen (v) [luta]
atacar (v) [crime] aanvallen (v) [crime]

Portugees Nederlands vertalingen