Zoek woord volkomen heeft 55 resultaten
NL Nederlands IT Italiaans
volkomen (o) [graad] interamente (o) [graad]
volkomen (o) [graad] assolutamente (o) [graad]
volkomen (o) [absoluut] completamente (o) [absoluut]
volkomen (o) [graad] completamente (o) [graad]
volkomen (adv) [in a complete manner] completamente (adv) [in a complete manner]
NL Nederlands IT Italiaans
volkomen (o) [absoluut] perfettamente (o) [absoluut]
volkomen (o) [graad] perfettamente (o) [graad]
volkomen (o) [absoluut] a fondo (o) [absoluut]
volkomen (o) [graad] a fondo (o) [graad]
volkomen (o) [graad] profondo (o) [graad]
volkomen (a) [absoluut] vero (a) {m} [absoluut]
volkomen (a) [ramp] vero (a) {m} [ramp]
volkomen (a) [versterkend woord] vero (a) {m} [versterkend woord]
volkomen (o) [absoluut] interamente (o) [absoluut]
volkomen (o) [absoluut] assolutamente (o) [absoluut]
volkomen (adv) [in a complete manner] interamente (adv) [in a complete manner]
volkomen (o) [absoluut] del tutto (o) [absoluut]
volkomen (o) [graad] del tutto (o) [graad]
volkomen (adv) [in a complete manner] del tutto (adv) [in a complete manner]
volkomen (o) [absoluut] totalmente (o) [absoluut]
volkomen (o) [graad] totalmente (o) [graad]
volkomen (adv) [in a complete manner] totalmente (adv) [in a complete manner]
volkomen (o) [absoluut] in maniera approfondita (o) [absoluut]
volkomen (o) [graad] in maniera approfondita (o) [graad]
volkomen (o) [absoluut] minuziosamente (o) [absoluut]
volkomen (o) [graad] minuziosamente (o) [graad]
volkomen (o) [graad] esauriente (o) [graad]
volkomen (adv) [in a complete manner] pienamente (adv) [in a complete manner]
volkomen (a) [absoluut] totale (a) {m} [absoluut]
volkomen (a) [absoluut] completo (a) {m} [absoluut]
volkomen (o) [absoluut] completo (o) {m} [absoluut]
volkomen (o) [graad] completo (o) {m} [graad]
volkomen (a) [ramp] completo (a) {m} [ramp]
volkomen (a) [versterkend woord] completo (a) {m} [versterkend woord]
volkomen (a) [absoluut] vero e proprio (a) [absoluut]
volkomen (a) [ramp] vero e proprio (a) [ramp]
volkomen (a) [versterkend woord] vero e proprio (a) [versterkend woord]
volkomen (a) [aandacht] assoluto (a) {m} [aandacht]
volkomen (a) [absoluut] assoluto (a) {m} [absoluut]
volkomen (o) [graad] assoluto (o) {m} [graad]
volkomen (a) [ramp] assoluto (a) {m} [ramp]
volkomen (a) [versterkend woord] assoluto (a) {m} [versterkend woord]
volkomen (a) [aandacht] completo (a) {m} [aandacht]
volkomen (o) [absoluut] totale (o) {m} [absoluut]
volkomen (o) [graad] totale (o) {m} [graad]
volkomen (a) [ramp] totale (a) {m} [ramp]
volkomen (a) [versterkend woord] totale (a) {m} [versterkend woord]
volkomen (a) [absoluut] puro (a) [absoluut]
volkomen (a) [ramp] puro (a) [ramp]
volkomen (a) [versterkend woord] puro (a) [versterkend woord]
volkomen (o) [absoluut] intero (o) {m} [absoluut]
volkomen (o) [graad] intero (o) {m} [graad]
volkomen (a) [absoluut] tutto (a) {m} [absoluut]
volkomen (a) [ramp] tutto (a) {m} [ramp]
volkomen (a) [versterkend woord] tutto (a) {m} [versterkend woord]