Zoek woord versperren heeft 14 resultaten
NL Nederlands IT Italiaans
versperren (v) [ingang] bloccare (v) [ingang]
versperren (v) [passage] bloccare (v) [passage]
versperren (n v) [to prevent passing] bloccare (n v) [to prevent passing]
versperren (v) [verkeer] bloccare (v) [verkeer]
versperren (v) [passage] ostruire (v) [passage]
NL Nederlands IT Italiaans
versperren (v) [verkeer] ostruire (v) [verkeer]
versperren (v) [passage] istruire (v) [passage]
versperren (v) [verkeer] istruire (v) [verkeer]
versperren (v) [passage] intasare (v) [passage]
versperren (v) [verkeer] intasare (v) [verkeer]
versperren (v) [passage] ingorgare (v) [passage]
versperren (v) [verkeer] ingorgare (v) [verkeer]
versperren (v) [ingang] barricare (v) [ingang]
versperren (v) [ingang] sbarrare (v) [ingang]
NL Synoniemen voor versperren IT Vertalingen
afremmen [belemmeren] n rallentare
afschermen [belemmeren] proteggere
dwarsbomen [belemmeren] n sventare
hinderen [belemmeren] n ostruire
remmen [belemmeren] n freno {m}
saboteren [belemmeren] sabotare
storen [belemmeren] mortificare
tegenwerken [belemmeren] respingere
verhinderen [belemmeren] prevenire
afzetten [afsluiten] n amputare
barricaderen [afsluiten] sbarrare
blokkeren [afsluiten] n bloccare
afsnijden [afsnijden] tagliare
afsluiten [blokkeren] tagliare
belemmeren [blokkeren] n ostruire