Zoek woord van jou heeft 12 resultaten
NL Nederlands IT Italiaans
van jou (o) [bezittelijk vnw. - enk.] il tuo (o) [bezittelijk vnw. - enk.]
van jou (a) [bez. bijv. nw. - mv. - één pers.] i tuoi (a) [bez. bijv. nw. - mv. - één pers.]
van jou (a) [bez. bijv. nw. - mv. - één pers.] le tue (a) [bez. bijv. nw. - mv. - één pers.]
van jou (o) [bezittelijk vnw. - enk.] tuo (o) [bezittelijk vnw. - enk.]
van jou (pronoun) [possessive pronoun, singular] tuo (pronoun) [possessive pronoun, singular]
NL Nederlands IT Italiaans
van jou (pronoun) [possessive pronoun, singular] tua (pronoun) [possessive pronoun, singular]
van jou (pronoun) [possessive pronoun, singular] tuoi (pronoun) {m} [possessive pronoun, singular]
van jou (pronoun) [possessive pronoun, singular] tue (pronoun) {f} [possessive pronoun, singular]
van jou (pronoun) [possessive pronoun, singular] Suo (pronoun) [possessive pronoun, singular] (pronoun)
van jou (pronoun) [possessive pronoun, singular] Sua (pronoun) [possessive pronoun, singular] (pronoun)
van jou (pronoun) [possessive pronoun, singular] Suoi (pronoun) [possessive pronoun, singular] (pronoun)
van jou (pronoun) [possessive pronoun, singular] Sue (pronoun) [possessive pronoun, singular] (pronoun)

NL IT Vertalingen voor van

van (o) [algemeen] per (o) [algemeen]
van (v prep) [be the property of] a (v prep) [be the property of]
van (o) [algemeen] di (o) [algemeen]
van (o) [bezit] di (o) [bezit]
van (o) [boeken] di (o) [boeken]
van (o) [materiaal] di (o) [materiaal]
van (o) [oorsprong] di (o) [oorsprong]
van (o) [plaats] di (o) [plaats]
van (o) [tijd] di (o) [tijd]
van (o) [bezit] da (o) [bezit]

NL IT Vertalingen voor jou

jou (o) [algemeen] tu (o) [algemeen]
jou (o) [persoonlijk vnw. - meewerkend vw. - enk.] tu (o) [persoonlijk vnw. - meewerkend vw. - enk.]
jou (o) [algemeen] te (o) [algemeen]
jou (o) [persoonlijk vnw. - meewerkend vw. - enk.] te (o) [persoonlijk vnw. - meewerkend vw. - enk.]
jou (o) [algemeen] ti (o) [algemeen]
jou (pronoun determiner) [object pronoun: the person being addressed] ti (pronoun determiner) [object pronoun: the person being addressed]
jou (o) [persoonlijk vnw. - meewerkend vw. - enk.] ti (o) [persoonlijk vnw. - meewerkend vw. - enk.]
jou (o) [algemeen] lei (o) [algemeen]
jou (o) [persoonlijk vnw. - meewerkend vw. - enk.] lei (o) [persoonlijk vnw. - meewerkend vw. - enk.]
jou (o) [algemeen] voi (o) [algemeen]