Zoek woord pronunciare in modo confuso heeft eén resultaat
Ga naar
IT Italiaans NL Nederlands
pronunciare in modo confuso (v) [pronuncia] onduidelijk uitspreken (v) [pronuncia]

IT NL Vertalingen voor pronunciare

pronunciare (v) [discorso] afsteken (v) [discorso]
pronunciare (v) [parole] articuleren (v) [parole]
pronunciare (v) [parole] duidelijk uitspreken (v) [parole]
pronunciare (v) [discorso] oreren (v) [discorso]
pronunciare (v) [discorso] een speech afsteken (v) [discorso]
pronunciare (v) [discorso] retorisch spreken (v) [discorso]
pronunciare (adj v adv) [say] uiten (adj v adv) [say]
pronunciare (adj v adv) [say] zeggen (adj v adv) [say]
pronunciare (v) [parole] uitspreken (v) {n} [parole]
pronunciare (v) [parole] spreken (v) {n} [parole]

IT NL Vertalingen voor in

in opletten
in (o) [direzione] naar (o) [direzione]
in (particle prep adv) [in the direction of, and arriving at] naar (particle prep adv) [in the direction of, and arriving at]
in wachten {n}
in (o) [direzione] bij (o) {m} [direzione]
in (o) [in ogni] bij (o) {m} [in ogni]
in (o) [preposizione] bij (o) {m} [preposizione]
in (o) [prossimità] bij (o) {m} [prossimità]
in (o) [direzione] op (o) [direzione]
in (o) [in ogni] op (o) [in ogni]

IT NL Vertalingen voor modo

modo (n) [maniera] {m} manier (n) {m} [maniera]
modo (n adv v) [method] {m} manier (n adv v) {m} [method]
modo (n) [uso] {m} manier (n) {m} [uso]
modo (n) [maniera] {m} wijze (n) {m} [maniera]
modo (n) [uso] {m} wijze (n) {m} [uso]
modo (n) [maniera] {m} stijl (n) {m} [maniera]
modo (n) [uso] {m} stijl (n) {m} [uso]
modo (n) [in grammar, type of the relationship] {m} wijs (n) [in grammar, type of the relationship]

IT NL Vertalingen voor confuso

confuso (a) [dubbio] weifelend (a) [dubbio]
confuso (a) [sentimento] verdwaasd (a) [sentimento]
confuso (a) [sentimento] suf (a) [sentimento]
confuso (a) [sentimento] versuft (a) [sentimento]
confuso (a) [sentimento] groggy (a) [sentimento]
confuso (o) [confusione] overstuur (o) [confusione]
confuso (o) [confusione] van streek (o) [confusione]
confuso (a) [caotico] van zijn stuk gebracht (a) [caotico]
confuso (a) [comportamento] van zijn stuk gebracht (a) [comportamento]
confuso (a) [condizione mentale] van zijn stuk gebracht (a) [condizione mentale]