Woxikon / Woordenboek / Nederlands Italiaans / P / parlare di

NL IT Nederlands Italiaans vertalingen voor parlare di

Zoek woord parlare di heeft 13 resultaten
Ga naar Italiaans » Nederlands
IT Italiaans NL Nederlands
parlare di (v) [problema] bespreken (v) [problema]
parlare di (v) [problema] discussiëren over (v) [problema]
parlare di (v) [generale] praten over (v) [generale]
parlare di (v) [problema] praten over (v) [problema]
parlare di (v) [soggetto] praten over (v) [soggetto]
IT Italiaans NL Nederlands
parlare di (v) [problema] beredeneren (v) [problema]
parlare di (v) [problema] doorpraten (v) [problema]
parlare di (v) [generale] spreken over (v) [generale]
parlare di (v) [soggetto] spreken over (v) [soggetto]
parlare di (v) [generale] spreken van (v) [generale]
parlare di (v) [soggetto] spreken van (v) [soggetto]
parlare di (v) [generale] het hebben over (v) [generale]
parlare di (v) [soggetto] het hebben over (v) [soggetto]

IT NL Vertalingen voor parlare

parlare (v) [discorso] {m} oreren (v) [discorso]
parlare (v) [discorso] {m} een speech afsteken (v) [discorso]
parlare (v) [discorso] {m} retorisch spreken (v) [discorso]
parlare (v) [discorso] {m} spreken (v) {n} [discorso]
parlare (v) [generale] {m} spreken (v) {n} [generale]
parlare (v) [lingua] {m} spreken (v) {n} [lingua]
parlare (v) [parole] {m} spreken (v) {n} [parole]
parlare (v n) [to be able to communicate in a language] {m} spreken (v n) {n} [to be able to communicate in a language]
parlare (n v) [to communicate by speech] {m} spreken (n v) {n} [to communicate by speech]
parlare (n v) [to communicate by speech] {m} overleggen (n v) [to communicate by speech]

IT NL Vertalingen voor di

di (a) [generale] net (a) {n} [generale]
di (conj prep adv) [Introduces a comparison] dan (conj prep adv) [Introduces a comparison]
di (o) [soggetto] betreffende (o) [soggetto]
di (o) [su] betreffende (o) [su]
di (o) [soggetto] omtrent (o) [soggetto]
di (o) [su] omtrent (o) [su]
di (o) [soggetto] over (o) [soggetto]
di (o) [su] over (o) [su]
di (o) [soggetto] met betrekking tot (o) [soggetto]
di (o) [su] met betrekking tot (o) [su]