Zoek woord openbreken heeft 38 resultaten
NL Nederlands IT Italiaans
openbreken (v) [openen] {n} forzare (v) [openen]
openbreken (v) [intransitief] {n} spaccarsi (v) [intransitief]
openbreken (v) [openen] {n} spaccarsi (v) [openen]
openbreken (v) [transitief] {n} spaccarsi (v) [transitief]
openbreken (v) [eieren] {n} schiudersi (v) [eieren]
NL Nederlands IT Italiaans
openbreken (v) [intransitief] {n} schiudersi (v) [intransitief]
openbreken (v) [openen] {n} schiudersi (v) [openen]
openbreken (v) [transitief] {n} schiudersi (v) [transitief]
openbreken (v) [eieren] {n} forzare (v) [eieren]
openbreken (v) [intransitief] {n} forzare (v) [intransitief]
openbreken (v) [geneeskunde] {n} spaccarsi (v) [geneeskunde]
openbreken (v) [transitief] {n} forzare (v) [transitief]
openbreken (v) [eieren] {n} scassinare (v) [eieren]
openbreken (v) [intransitief] {n} scassinare (v) [intransitief]
openbreken (v) [openen] {n} scassinare (v) [openen]
openbreken (v) [transitief] {n} scassinare (v) [transitief]
openbreken (v) [geneeskunde] {n} rompersi (v) [geneeskunde]
openbreken (v) [intransitief] {n} rompersi (v) [intransitief]
openbreken (n) [ei] {n} schiusa (n) {f} [ei]
openbreken (v) [intransitief] {n} aprirsi (v) [intransitief]
openbreken (v) [intransitief] {n} rompere (v) [intransitief]
openbreken (v) [openen] {n} rompere (v) [openen]
openbreken (v) [transitief] {n} rompere (v) [transitief]
openbreken (v) [eieren] {n} spaccare (v) [eieren]
openbreken (v) [intransitief] {n} spaccare (v) [intransitief]
openbreken (v) [openen] {n} spaccare (v) [openen]
openbreken (v) [transitief] {n} spaccare (v) [transitief]
openbreken (v) [eieren] {n} aprirsi (v) [eieren]
openbreken (v) [geneeskunde] {n} aprirsi (v) [geneeskunde]
openbreken (v) [eieren] {n} rompere (v) [eieren]
openbreken (v) [openen] {n} aprirsi (v) [openen]
openbreken (v) [transitief] {n} aprirsi (v) [transitief]
openbreken (v) [eieren] {n} fendersi (v) [eieren]
openbreken (v) [geneeskunde] {n} fendersi (v) [geneeskunde]
openbreken (v) [intransitief] {n} fendersi (v) [intransitief]
openbreken (v) [openen] {n} fendersi (v) [openen]
openbreken (v) [transitief] {n} fendersi (v) [transitief]
openbreken (v) [eieren] {n} spaccarsi (v) [eieren]
NL Synoniemen voor openbreken IT Vertalingen
binnendringen [kraken] krænke (n v)
kraken [binnendringen] besætte (adj n v)