Zoek woord mettere sotto accusa heeft 5 resultaten
Ga naar
IT Italiaans NL Nederlands
mettere sotto accusa (v) [diritto] beschuldigen (v) [diritto]
mettere sotto accusa (v) [diritto] aanklagen (v) [diritto]
mettere sotto accusa (v) [diritto] aantijgen (v) [diritto]
mettere sotto accusa (v) [diritto] gerechtelijk vervolgen (v) [diritto]
mettere sotto accusa (v) [diritto] aanklacht indienen tegen (v) [diritto]

IT NL Vertalingen voor mettere

mettere (n v) [put on clothes] aantrekken (n v) [put on clothes]
mettere (v) [applicare] aanbrengen (v) [applicare]
mettere (v) [applicare] inwrijven (v) [applicare]
mettere (v) [applicare] opleggen (v) {n} [applicare]
mettere (v) [differenza] betalen (v) [differenza]
mettere (v) [differenza] bijleggen (v) [differenza]
mettere (v) [differenza] bijpassen (v) [differenza]
mettere (v) [movimento] zetten (v) [movimento]
mettere (v) [oggetti] zetten (v) [oggetti]
mettere (v n adj) [to put something down] zetten (v n adj) [to put something down]

IT NL Vertalingen voor sotto

sotto (o) [durata] {m} tijdens (o) [durata]
sotto (o) [durata] {m} gedurende (o) [durata]
sotto (o) [durata] {m} in de loop van (o) [durata]
sotto (o) [al di sotto di] {m} beneden (o) [al di sotto di]
sotto (o) [avverbio] {m} beneden (o) [avverbio]
sotto (adv prep) [below or underneath] {m} beneden (adv prep) [below or underneath]
sotto (o) [generale] {m} beneden (o) [generale]
sotto (o) [grado] {m} beneden (o) [grado]
sotto (o) [lavoro] {m} beneden (o) [lavoro]
sotto (o) [luogo] {m} beneden (o) [luogo]

IT NL Vertalingen voor accusa

accusa (n) [act of accusing or charging with a crime] {f} beschuldiging (n) {f} [act of accusing or charging with a crime]
accusa (n) [diritto] {f} beschuldiging (n) {f} [diritto]
accusa (n) [generale] {f} beschuldiging (n) {f} [generale]
accusa (n) [diritto] {f} aanklacht (n) {m} [diritto]
accusa (n) [generale] {f} aanklacht (n) {m} [generale]
accusa (n) [diritto] {f} aantijging (n) {f} [diritto]