Zoek woord mettere in fila heeft 3 resultaten
Ga naar
IT Italiaans NL Nederlands
mettere in fila (v) [generale] aligneren (v) {n} [generale]
mettere in fila (v) [generale] richten (v) {n} [generale]
mettere in fila (v) [generale] op één lijn brengen (v) [generale]

IT NL Vertalingen voor mettere

mettere (n v) [put on clothes] aantrekken (n v) [put on clothes]
mettere (v) [applicare] aanbrengen (v) [applicare]
mettere (v) [applicare] inwrijven (v) [applicare]
mettere (v) [applicare] opleggen (v) {n} [applicare]
mettere (v) [differenza] betalen (v) [differenza]
mettere (v) [differenza] bijleggen (v) [differenza]
mettere (v) [differenza] bijpassen (v) [differenza]
mettere (v) [movimento] zetten (v) [movimento]
mettere (v) [oggetti] zetten (v) [oggetti]
mettere (v n adj) [to put something down] zetten (v n adj) [to put something down]

IT NL Vertalingen voor in

in opletten
in (o) [direzione] naar (o) [direzione]
in (particle prep adv) [in the direction of, and arriving at] naar (particle prep adv) [in the direction of, and arriving at]
in wachten {n}
in (o) [direzione] bij (o) {m} [direzione]
in (o) [in ogni] bij (o) {m} [in ogni]
in (o) [preposizione] bij (o) {m} [preposizione]
in (o) [prossimità] bij (o) {m} [prossimità]
in (o) [direzione] op (o) [direzione]
in (o) [in ogni] op (o) [in ogni]

IT NL Vertalingen voor fila

fila (n) [automobili] (informal) rij (n) {m} [automobili]
fila (n v) [column of people] (informal) rij (n v) {m} [column of people]
fila (n) [generale] (informal) rij (n) {m} [generale]
fila (n) [gente] (informal) rij (n) {m} [gente]
fila (n v) [line of objects] (informal) rij (n v) {m} [line of objects]
fila (n) [militare] (informal) rij (n) {m} [militare]
fila (n) [ordine] (informal) rij (n) {m} [ordine]
fila (n) [stadio] (informal) rij (n) {m} [stadio]
fila (n) [automobili] (informal) serie (n) {f} [automobili]
fila (n) [generale] (informal) serie (n) {f} [generale]

Italiaans Nederlands vertalingen

IT Synoniemen voor mettere in fila NL Vertalingen
schierare [allineare] inzetten
mettere in ordine [allineare] rangschikken
ordinare [allineare] commanderen