Zoek woord loquace heeft 15 resultaten
IT Italiaans NL Nederlands
loquace (adj) [tending to talk or speak freely or often] babbelziek (adj) [tending to talk or speak freely or often]
loquace (a) [comunicativo] praatgraag (a) [comunicativo]
loquace (adj) [tending to talk or speak freely or often] praatgraag (adj) [tending to talk or speak freely or often]
loquace (a) [comportamento] spraakzaam (a) [comportamento]
loquace (a) [comunicativo] spraakzaam (a) [comunicativo]
IT Italiaans NL Nederlands
loquace (adj) [tending to talk or speak freely or often] spraakzaam (adj) [tending to talk or speak freely or often]
loquace (a) [comunicativo] mededeelzaam (a) [comunicativo]
loquace (a) [chiacchierone] taterend (a) [chiacchierone]
loquace (a) [chiacchierone] babbelend (a) [chiacchierone]
loquace (a) [chiacchierone] kletsend (a) [chiacchierone]
loquace (a) [comportamento] gemakkelijk pratend (a) [comportamento]
loquace (a) [comportamento] rap van tong (a) [comportamento]
loquace (a) [comportamento] rad van tong (a) [comportamento]
loquace (adj) [fluent or having a ready flow of speech; garrulous or loquacious] rad van tong (adj) [fluent or having a ready flow of speech; garrulous or loquacious]
loquace (adj) [fluent or having a ready flow of speech; garrulous or loquacious] woordenrijk (adj) [fluent or having a ready flow of speech; garrulous or loquacious] (adj)

Italiaans Nederlands vertalingen