Zoek woord liberarsi di heeft 24 resultaten
IT Italiaans NL Nederlands
liberarsi di (v) [gente] aan de kant zetten (v) [gente]
liberarsi di (v) [persona] afkomen van (v) [persona]
liberarsi di (v) [malattia] afkomen van (v) [malattia]
liberarsi di (v) [persona] afraken van (v) [persona]
liberarsi di (v) [malattia] afraken van (v) [malattia]
IT Italiaans NL Nederlands
liberarsi di (v) [persona] kwijtraken (v) [persona]
liberarsi di (v) [malattia] kwijtraken (v) [malattia]
liberarsi di (v) [oggetti] uithalen (v) [oggetti]
liberarsi di (v) [gente] uithalen (v) [gente]
liberarsi di (v) [persona] zich bevrijden van (v) [persona]
liberarsi di (v) [malattia] zich bevrijden van (v) [malattia]
liberarsi di (v) [oggetti] aan de kant zetten (v) [oggetti]
liberarsi di (v) [scusare] afschepen (v) [scusare]
liberarsi di (v) [oggetti] wegnemen (v) {n} [oggetti]
liberarsi di (v) [oggetti] verwijderen (v) [oggetti]
liberarsi di (v) [gente] verwijderen (v) [gente]
liberarsi di (v) [oggetti] wegruimen (v) [oggetti]
liberarsi di (v) [gente] wegruimen (v) [gente]
liberarsi di (v) [persona] afschudden (v) [persona]
liberarsi di (v) [malattia] afschudden (v) [malattia]
liberarsi di (v) [persona] zien kwijt te raken (v) [persona]
liberarsi di (v) [malattia] zien kwijt te raken (v) [malattia]
liberarsi di (v) [persona] zich ontdoen van (v) [persona]
liberarsi di (v) [malattia] zich ontdoen van (v) [malattia]

IT NL Vertalingen voor liberarsi

liberarsi (v) [generale] losbreken (v) [generale]
liberarsi (v) [prigioniero] losbreken (v) [prigioniero]
liberarsi (v) [scappare] losbreken (v) [scappare]
liberarsi (v) [generale] uitbreken (v) [generale]
liberarsi (v) [prigioniero] uitbreken (v) [prigioniero]
liberarsi (v) [scappare] uitbreken (v) [scappare]
liberarsi (v) [generale] ontsnappen (v) [generale]
liberarsi (v) [prigioniero] ontsnappen (v) [prigioniero]
liberarsi (v) [scappare] ontsnappen (v) [scappare]
liberarsi (v) [expel feces from one's bowels] poepen (v) [expel feces from one's bowels]

IT NL Vertalingen voor di

di (a) [generale] net (a) {n} [generale]
di (conj prep adv) [Introduces a comparison] dan (conj prep adv) [Introduces a comparison]
di (o) [soggetto] betreffende (o) [soggetto]
di (o) [su] betreffende (o) [su]
di (o) [soggetto] omtrent (o) [soggetto]
di (o) [su] omtrent (o) [su]
di (o) [soggetto] over (o) [soggetto]
di (o) [su] over (o) [su]
di (o) [soggetto] met betrekking tot (o) [soggetto]
di (o) [su] met betrekking tot (o) [su]