NL IT Nederlands Italiaans vertalingen voor het niet meer kunnen uithouden
Zoek woord het niet meer kunnen uithouden heeft 2 resultaten
Ga naar
NL | Nederlands | IT | Italiaans | |
---|---|---|---|---|
het niet meer kunnen uithouden (v) [algemeen] | non farcela più (v) [algemeen] | |||
het niet meer kunnen uithouden (v) [algemeen] | non poterne più (v) [algemeen] |
NL IT Vertalingen voor het
het (article adv) [article] | lo (article adv) [article] | |||
het (o) [bepaald lidwoord] | lo (o) [bepaald lidwoord] | |||
het (o) [persoonlijk vnw. - lijdend vw.] | lo (o) [persoonlijk vnw. - lijdend vw.] | |||
het (o) [persoonlijk vnw. - onderwerp] | lo (o) [persoonlijk vnw. - onderwerp] | |||
het (article adv) [used as an alternative to a possessive pronoun before body parts] | lo (article adv) [used as an alternative to a possessive pronoun before body parts] | |||
het (article adv) [used with the name of a member of a class to refer to all things in that class] | lo (article adv) [used with the name of a member of a class to refer to all things in that class] | |||
het (article adv) [with a superlative] | lo (article adv) [with a superlative] | |||
het (article adv) [article] | il (article adv) [article] | |||
het (o) [bepaald lidwoord] | il (o) [bepaald lidwoord] | |||
het (article adv) [used as an alternative to a possessive pronoun before body parts] | il (article adv) [used as an alternative to a possessive pronoun before body parts] |
NL IT Vertalingen voor niet
niet (o) [algemeen] | non (o) [algemeen] | |||
niet (adj) [not available] | indisponibile (adj) [not available] (adj) |
NL IT Vertalingen voor meer
meer (a) [algemeen] {n} | altro (a) [algemeen] | |||
meer (o) [bijwoord] {n} | altro (o) [bijwoord] | |||
meer (a) [informatie] {n} | altro (a) [informatie] | |||
meer (o) [bijwoord] {n} | altrimenti (o) [bijwoord] | |||
meer (a) [algemeen] {n} | ulteriori (a) [algemeen] | |||
meer (a) [informatie] {n} | ulteriori (a) [informatie] | |||
meer (a) [algemeen] {n} | più preciso (a) [algemeen] | |||
meer (a) [informatie] {n} | più preciso (a) [informatie] | |||
meer (a) [algemeen] {n} | più dettagliato (a) [algemeen] | |||
meer (a) [informatie] {n} | più dettagliato (a) [informatie] |
NL IT Vertalingen voor kunnen
kunnen (v n) [to be able] | riuscire (v n) [to be able] | |||
kunnen (v) [hulpwerkwoord] | volere (v) [hulpwerkwoord] | |||
kunnen (v) [toestemming] | volere (v) [toestemming] | |||
kunnen (v) [have ability to] | potere (v) {m} [have ability to] | |||
kunnen (v) [hulpwerkwoord] | potere (v) {m} [hulpwerkwoord] | |||
kunnen (v) [mogelijkheid] | potere (v) {m} [mogelijkheid] | |||
kunnen (v n) [to be able] | potere (v n) {m} [to be able] | |||
kunnen (v) [toestemming] | potere (v) {m} [toestemming] | |||
kunnen (v) [have ability to] | sapere (v) {m} [have ability to] | |||
kunnen (v n) [to be able] | sapere (v n) {m} [to be able] |
NL IT Vertalingen voor uithouden
uithouden (v) [geestestoestand] | resistere (v) [geestestoestand] | |||
uithouden (v) [pijn] | resistere (v) [pijn] | |||
uithouden (v) [geestestoestand] | tollerare (v) [geestestoestand] | |||
uithouden (v) [pijn] | tollerare (v) [pijn] | |||
uithouden (v) [to endure] | tollerare (v) [to endure] | |||
uithouden (v) [geestestoestand] | sopportare (v) [geestestoestand] | |||
uithouden (v) [pijn] | sopportare (v) [pijn] | |||
uithouden (v) [to endure] | sopportare (v) [to endure] | |||
uithouden (v) [geestestoestand] | soffrire (v) [geestestoestand] | |||
uithouden (v) [pijn] | soffrire (v) [pijn] |