Zoek woord fiducia in sé heeft 3 resultaten
Ga naar
IT Italiaans NL Nederlands
fiducia in sé (n) [comportamento] {f} zelfvertrouwen (n) {n} [comportamento]
fiducia in sé (n) [comportamento] {f} zelfverzekerdheid (n) {f} [comportamento]
fiducia in sé (n) [comportamento] {f} aplomb (n) {n} [comportamento]

IT NL Vertalingen voor fiducia

fiducia (n) [affidamento] {f} afhangen van (n) {n} [affidamento]
fiducia (n) [fede] {f} afhangen van (n) {n} [fede]
fiducia (n) [affidamento] {f} afhankelijkheid (n) {f} [affidamento]
fiducia (n) [fede] {f} afhankelijkheid (n) {f} [fede]
fiducia (n) [affidamento] {f} vertrouwen (n) {n} [affidamento]
fiducia (n) [comportamento] {f} vertrouwen (n) {n} [comportamento]
fiducia (n v adj) [confidence in or reliance on some person or quality] {f} vertrouwen (n v adj) {n} [confidence in or reliance on some person or quality]
fiducia (n) [fede] {f} vertrouwen (n) {n} [fede]
fiducia (n) [affidamento] {f} geloof (n) {n} [affidamento]
fiducia (n) [fede] {f} geloof (n) {n} [fede]

IT NL Vertalingen voor in

in opletten
in (o) [direzione] naar (o) [direzione]
in (particle prep adv) [in the direction of, and arriving at] naar (particle prep adv) [in the direction of, and arriving at]
in wachten {n}
in (o) [direzione] bij (o) {m} [direzione]
in (o) [in ogni] bij (o) {m} [in ogni]
in (o) [preposizione] bij (o) {m} [preposizione]
in (o) [prossimità] bij (o) {m} [prossimità]
in (o) [direzione] op (o) [direzione]
in (o) [in ogni] op (o) [in ogni]

IT NL Vertalingen voor

(o) [pron. rifl. - sing.] zich (o) [pron. rifl. - sing.]
(o) [pron. rifl. - sing.] zichzelf (o) [pron. rifl. - sing.]