Zoek woord faccenda heeft 10 resultaten
IT Italiaans NL Nederlands
faccenda (n) [affare] {f} zorg (n) {m} [affare]
faccenda (n) [problema] {f} zorg (n) {m} [problema]
faccenda (n) [affare] {f} bekommernis (n) {f} [affare]
faccenda (n) [problema] {f} bekommernis (n) {f} [problema]
faccenda (n) [affare] {f} aangelegenheid (n) {f} [affare]
IT Italiaans NL Nederlands
faccenda (n) [problema] {f} aangelegenheid (n) {f} [problema]
faccenda (n) [affare] {f} zaak (n) {m} [affare]
faccenda (n) [problema] {f} zaak (n) {m} [problema]
faccenda (n) [problema] {f} beslommering (n) {f} [problema]
faccenda (n) [problema] {f} kopzorg (n) {m} [problema]

Italiaans Nederlands vertalingen

IT Synoniemen voor faccenda NL Vertalingen
occupazione [negozio] f bezetting {f}
affare [fatto] m dinges {m}
situazione [fatto] f positie {f}
rogna [fatto] f schurft (m/f/n)
grana [fatto] f textuur {f}
questione [fatto] f zaak {m}
storia [fatto] f vertelsel
roba [fatto] f stof {n}
compito [incombenza] m opgave
debito [incombenza] m schulden (mp/fp)
appuntamento [incombenza] m afspraakje {f}
assunto [incombenza] m vooronderstelling {f}
impegno [incombenza] m streven {n}
sistemazione [attività] f repareren {n}
incarico [attività] m taak {m}
incombenza [attività] f opgave
realizzazione [attività] f vervulling {f}
produzione [attività] f bouw {m}
operazione [attività] f chirurgische ingreep {m}
lavoro [attività] m arbeid {m}