Zoek woord casa mobile heeft 2 resultaten
Ga naar
IT Italiaans NL Nederlands
casa mobile (n) [casa] {f} sta-caravan (n) {m} [casa]
casa mobile (n) [casa] {f} stacaravan (n) {m} [casa]

IT NL Vertalingen voor casa

casa (n) [costruzione] {f} woning (n) {f} [costruzione]
casa (n) [famiglia] {f} verblijfplaats (n) {m} [famiglia]
casa (n) [luogo] {f} verblijfplaats (n) {m} [luogo]
casa (n) [famiglia] {f} thuisfront (n) {n} [famiglia]
casa (n) [luogo] {f} thuisfront (n) {n} [luogo]
casa (n) [costruzione] {f} huis (n) {n} [costruzione]
casa (n) [gente] {f} familie (n) {f} [gente]
casa (n) [gente] {f} gezin (n) {n} [gente]
casa (n) [gente] {f} huisgezin (n) {n} [gente]
casa (n) [luogo] {f} thuis (n) {n} [luogo]

IT NL Vertalingen voor mobile

mobile (a) [generale] {m} beweeglijk (a) [generale]
mobile (a) [generale] {m} mobiel (a) [generale]
mobile (a) [generale] {m} beweegbaar (a) [generale]
mobile (a) [generale] {m} te bewegen (a) [generale]
mobile (a) [generale] {m} los (a) [generale]
mobile (n) [mobilia] {m} meubel (n) {n} [mobilia]
mobile (n) [mobilia] {m} meubelstuk (n) {n} [mobilia]