Woxikon / Woordenboek / Nederlands Italiaans / A / asserire

NL IT Nederlands Italiaans vertalingen voor asserire

Zoek woord asserire heeft 19 resultaten
Ga naar Italiaans » Nederlands
IT Italiaans NL Nederlands
asserire (v) [affermare] beweren (v) [affermare]
asserire (v) [dichiarazione] insisteren (v) [dichiarazione]
asserire (v) [generale] plechtig verklaren (v) [generale]
asserire (v) [dichiarazione] staande houden (v) [dichiarazione]
asserire (v) [affermare] staande houden (v) [affermare]
IT Italiaans NL Nederlands
asserire (v) [dichiarazione] met klem beweren (v) [dichiarazione]
asserire (v) [affermare] met klem beweren (v) [affermare]
asserire (v) [dichiarazione] betogen (v) [dichiarazione]
asserire (v) [affermare] betogen (v) [affermare]
asserire (v) [dichiarazione] beweren (v) [dichiarazione]
asserire (v) [affermare] bevestigen (v) [affermare]
asserire (v) [generale] verzekeren (v) [generale]
asserire (v) [dichiarazione] verzekeren (v) [dichiarazione]
asserire (v) [affermare] verzekeren (v) [affermare]
asserire (v) [dichiarazione] volhouden (v) {n} [dichiarazione]
asserire (v) [affermare] volhouden (v) {n} [affermare]
asserire (v) [dichiarazione] claimen (v) [dichiarazione]
asserire (v) [affermare] claimen (v) [affermare]
asserire (v) [dichiarazione] bevestigen (v) [dichiarazione]

Italiaans Nederlands vertalingen

IT Synoniemen voor asserire NL Vertalingen
dichiarare [affermare] verklaren {n}
sentenziare [affermare] arbitreren
attestare [affermare] certifiëren
testimoniare [affermare] getuigen
giurare [affermare] een eed afleggen
certificare [affermare] machtigen door middel van een certificaat
garantire [affermare] garanderen
assicurare [affermare] garanderen
dire [affermare] luiden
confermare [affermare] beamen
sostenere [affermare] onderbouwen
dimostrare [giurare] tonen {n}
affermare [giurare] beweren
rassicurare [giurare] geruststellen
convalidare [suffragare] erkennen
comprovare [suffragare] rechtvaardigen
accreditare [suffragare] crediteren
appoggiare [suffragare] onderbouwen
corroborare [suffragare] onderbouwen
avvalorare [suffragare] rechtvaardigen