Zoek woord voyageur de commerce heeft 4 resultaten
Ga naar
FR Frans NL Nederlands
voyageur de commerce (n) [commerce - femme] {m} handelsreiziger (n) {m} [commerce - femme]
voyageur de commerce (n) [commerce - homme] {m} handelsreiziger (n) {m} [commerce - homme]
voyageur de commerce (n) [commerce - femme] {m} handelsreizigster (n) {f} [commerce - femme]
voyageur de commerce (n) [commerce - homme] {m} handelsreizigster (n) {f} [commerce - homme]

FR NL Vertalingen voor voyageur

voyageur (n) [voyager - homme] {m} passagier (n) {m} [voyager - homme]
voyageur (n) [one who travels] {m} reiziger (n) {m} [one who travels]
voyageur (n) [traveller] {m} reiziger (n) {m} [traveller]
voyageur (n) [voyager - homme] {m} reiziger (n) {m} [voyager - homme]

FR NL Vertalingen voor de

de (o) [comparaison] dan (o) [comparaison]
de (o) [concernant] betreffende (o) [concernant]
de (o) [concernant] omtrent (o) [concernant]
de (prep adv adj) [concerning] over (prep adv adj) [concerning]
de (o) [concernant] met betrekking tot (o) [concernant]
de (prep adv adj) [concerning] in verband met (prep adv adj) [concerning]
de (prep adv adj n) [indicates creator of a work] vanwege (prep adv adj n) [indicates creator of a work]
de van
de (o) [général] van (o) [général]
de (o) [lieu] van (o) [lieu]

FR NL Vertalingen voor commerce

commerce (n) [général] {m} zaak (n) {m} [général]
commerce (n) [magasin] {m} zaak (n) {m} [magasin]
commerce (n) [compagnie] {m} branche (n) {m} [compagnie]
commerce (n) [compagnie] {m} bedrijfstak (n) {m} [compagnie]
commerce (n v) [buying and selling] {m} handel (n v) {m} [buying and selling]
commerce (n) [compagnie] {m} handel (n) {m} [compagnie]
commerce (n) [général] {m} handel (n) {m} [général]
commerce (n v) [large scale trade] {m} handel (n v) {m} [large scale trade]
commerce (n) [magasin] {m} handel (n) {m} [magasin]
commerce (n) [compagnie] {m} zaken (n) {f} [compagnie]

Frans Nederlands vertalingen

FR Synoniemen voor voyageur de commerce NL Vertalingen
courtier [commis voyageur] m tussenpersoon {m}
démarcheur [commis voyageur] m tussenpersoon {m}
intermédiaire [commis voyageur] m tussenpersoon {m}
représentant [commis voyageur] m tussenpersoon {m}