Zoek woord verenigen heeft 25 resultaten
NL Nederlands FR Frans
verenigen (v) [To consider an occurrence as part of a principle or rule; to colligate] {n} rejoindre (v) [To consider an occurrence as part of a principle or rule; to colligate]
verenigen (v) [To consider an occurrence as part of a principle or rule; to colligate] {n} colliger (v) [To consider an occurrence as part of a principle or rule; to colligate]
verenigen [algemeen] {n} agréger [algemeen]
verenigen [samenvoegen] {n} unifier [samenvoegen]
verenigen (v) [cause to become one] {n} unifier (v) [cause to become one]
NL Nederlands FR Frans
verenigen [algemeen] {n} unifier [algemeen]
verenigen (v) [to come or bring together as one] {n} unir (v) [to come or bring together as one]
verenigen [samenvoegen] {n} unir [samenvoegen]
verenigen [algemeen] {n} unir [algemeen]
verenigen [combinatie] {n} assemblage {m} [combinatie]
verenigen (v) [To consider an occurrence as part of a principle or rule; to colligate] {n} généraliser (v) [To consider an occurrence as part of a principle or rule; to colligate]
verenigen [samenvoegen] {n} fondre [samenvoegen]
verenigen [algemeen] {n} fondre [algemeen]
verenigen [aktie] {n} union {f} [aktie]
verenigen [aktie] {n} mariage {m} [aktie]
verenigen [combinatie] {n} association {f} [combinatie]
verenigen [combinatie] {n} mélange {m} [combinatie]
verenigen [tijd] {n} combiner [tijd]
verenigen [samenvoegen] {n} combiner [samenvoegen]
verenigen [algemeen] {n} combiner [algemeen]
verenigen [algemeen] {n} rassembler [algemeen]
verenigen [combinatie] {n} combinaison {f} [combinatie]
verenigen [samenvoegen] {n} joindre [samenvoegen]
verenigen [algemeen] {n} joindre [algemeen]
verenigen [combinatie] {n} union {f} [combinatie]
NL Synoniemen voor verenigen FR Vertalingen
compileren [bijeenbrengen] compilar
verzamelen [bijeenbrengen] espigar
samenbrengen [bijeenbrengen] reunir
paren [combineren] cubrir
verbinden [samenvoegen] n conectar
samenvoegen [liëren] sumar
bijeenbrengen [samenbrengen] poner en contacto
combineren [paren] unir
bijeenkomen [concentreren] recoger
concentreren [bijeenkomen] concentrarse