Zoek woord vente en gros heeft 2 resultaten
Ga naar
FR Frans NL Nederlands
vente en gros (n) [commerce] {f} groothandel (n) {m} [commerce]
vente en gros (n adj adv v) [sale of products, often in large quantities, to retailers or other merchants] {f} groothandel (n adj adv v) {m} [sale of products, often in large quantities, to retailers or other merchants]

FR NL Vertalingen voor vente

vente (n) [act of putting up for auction to the highest bidder] {f} verkoop (n) {m} [act of putting up for auction to the highest bidder]
vente (n) [exchange of goods or services for currency or credit] {f} verkoop (n) {m} [exchange of goods or services for currency or credit]
vente (n) [général] {f} verkoop (n) {m} [général]
vente (n) [général] {f} afzet (n) {m} [général]
vente (n) [act of putting up for auction to the highest bidder] {f} veiling (n) {f} [act of putting up for auction to the highest bidder]
vente (n adj adv v) [sale of goods directly to the consumer] {f} detailhandel (n adj adv v) {m} [sale of goods directly to the consumer]
vente (n) [général] {f} verkopen (n) {n} [général]
vente (n) [act of putting up for auction to the highest bidder] {f} veilingverkoop (n) [act of putting up for auction to the highest bidder] (n)

FR NL Vertalingen voor en

en (o) [destination] naar (o) [destination]
en (adj adv int) [in good health] in een goede gezondheid (adj adv int) [in good health] (adj adv int)
en op
en (prep adv adj n) [indicates a means] op (prep adv adj n) [indicates a means]
en (o) [destination] naar toe (o) [destination]
en (o) [matière] van (o) [matière]
en (o) [direction] in (o) [direction]
en (o) [préposition] in (o) [préposition]
en (prep adv adj n) [indicates a means] door (prep adv adj n) [indicates a means]
en (adv) [of this, that or it] daarvan (adv) [of this, that or it]

FR NL Vertalingen voor gros

gros (a) [corps] {m} robuust (a) [corps]
gros (a) [corps] {m} stoer (a) [corps]
gros (a) [conduite] {m} onbeschoft (a) [conduite]
gros (a) [erreur] {m} onbeschoft (a) [erreur]
gros (a) [accent] {m} zwaar (a) [accent]
gros (a) [grandeur] {m} immens (a) [grandeur]
gros (a) [conduite] {m} nors (a) [conduite]
gros (a) [erreur] {m} nors (a) [erreur]
gros (a) [accent] {m} uitgesproken (a) [accent]
gros (a) [grandeur] {m} geweldig (a) [grandeur]