Zoek woord tweede persoon heeft eén resultaat
Ga naar
NL Nederlands FR Frans
tweede persoon (n) [the form of a verb used when the subject of a sentence is the audience] (n) deuxième personne (n) [the form of a verb used when the subject of a sentence is the audience] (n)

NL FR Vertalingen voor tweede

tweede [dingen] {n} dernier {m} [dingen]
tweede [competitie - man] {n} seconde {f} [competitie - man]
tweede [competitie - vrouw] {n} seconde {f} [competitie - vrouw]
tweede [rangtelwoord] {n} seconde {f} [rangtelwoord]
tweede [competitie - man] {n} second {m} [competitie - man]
tweede [competitie - vrouw] {n} second {m} [competitie - vrouw]
tweede [dingen] {n} second {m} [dingen]
tweede [rangtelwoord] {n} second {m} [rangtelwoord]
tweede [rangtelwoord] {n} second {m} [rangtelwoord]
tweede [rangtelwoord] {n} second {m} [rangtelwoord]

NL FR Vertalingen voor persoon

persoon {m} personne (f] du coin [c)
persoon [algemeen] {m} personne [algemeen] (f] du coin [c)