Zoek woord tien over half twee heeft eén resultaat
Ga naar
NL Nederlands FR Frans
tien over half twee (n) [example: twenty minutes to two] (n) deux heures moins vingt (n) [example: twenty minutes to two] (n)

NL FR Vertalingen voor tien

tien {m} dix {m}
tien [hoofdtelwoord] {m} dix {m} [hoofdtelwoord]
tien [hoofdtelwoord] {m} dix {m} [hoofdtelwoord]
tien (num n) [the cardinal number occurring after 9 and before 11] {m} dix (num n) {m} [the cardinal number occurring after 9 and before 11]
tien (num n) [the number following nine] {m} dix (num n) {m} [the number following nine]

NL FR Vertalingen voor over

over [algemeen] outre [algemeen]
over [geld] outre [geld]
over [plaats] outre [plaats]
over [subject] outre [subject]
over [voorzetsel] outre [voorzetsel]
over (prep adv adj) [concerning] de (prep adv adj) [concerning]
over [algemeen] sur [algemeen]
over (prep adv adj) [concerning] sur (prep adv adj) [concerning]
over [geld] sur [geld]
over [plaats] sur [plaats]

NL FR Vertalingen voor half

half [algemeen] demi {m} [algemeen]
half [antwoord] demi {m} [antwoord]
half [algemeen] partiel [algemeen]
half [antwoord] partiel [antwoord]
half [algemeen] vague {f} [algemeen]
half [antwoord] vague {f} [antwoord]
half [graad] à moitié [graad]

NL FR Vertalingen voor twee

twee (n) [period of two weeks] {m} quinzaine (n) {f} [period of two weeks]
twee (n) [period of two weeks] {m} quinze jours (n) [period of two weeks] (mp)
twee {m} deux {m}
twee (num n) [digit or figure] {m} deux (num n) {m} [digit or figure]
twee [hoofdtelwoord] {m} deux {m} [hoofdtelwoord]
twee [hoofdtelwoord] {m} deux {m} [hoofdtelwoord]
twee [hoofdtelwoord] {m} deux {m} [hoofdtelwoord]
twee (num n) [one plus one] {m} deux (num n) {m} [one plus one]