Zoek woord spreken van heeft eén resultaat
Ga naar
NL Nederlands FR Frans
spreken van [algemeen] parler de [algemeen]

NL FR Vertalingen voor spreken

spreken [woorden] {n} articuler [woorden]
spreken [woorden] {n} prononcer [woorden]
spreken [toespraak] {n} réciter [toespraak]
spreken [toespraak] {n} déclamer [toespraak]
spreken [aktie] {n} parole {f} [aktie]
spreken [een gesprek voeren] {n} parler de [een gesprek voeren]
spreken [taal] {n} parler de [taal]
spreken [toespraak] {n} parler de [toespraak]
spreken [woorden] {n} parler de [woorden]
spreken [een gesprek voeren] {n} prononcer une allocution [een gesprek voeren]

NL FR Vertalingen voor van

van de
van [algemeen] de [algemeen]
van [bezit] de [bezit]
van [boeken] de [boeken]
van [oorsprong] de [oorsprong]
van [plaats] de [plaats]
van [tijd] de [tijd]
van (prep) [with the separation, exclusion or differentiation of] de (prep) [with the separation, exclusion or differentiation of]
van (prep) [with the source or provenance of or at] de (prep) [with the source or provenance of or at]
van (prep) [with the source or provenance of or at] sur (prep) [with the source or provenance of or at]