Zoek woord sans condition aucune heeft 4 resultaten
Ga naar
FR Frans NL Nederlands
sans condition aucune (o) [général] onvoorwaardelijk (o) [général]
sans condition aucune (o) [général] vrijblijvend (o) [général]
sans condition aucune (o) [général] zonder beperkende bepalingen (o) [général]
sans condition aucune (o) [général] zonder verplichting (o) [général]

FR NL Vertalingen voor sans

sans (adj) [not important or noteworthy] onbelangrijk (adj) [not important or noteworthy]
sans (o) [dénué de] verstoken van (o) [dénué de]
sans (o) [manque] verstoken van (o) [manque]
sans (o) [provision] verstoken van (o) [provision]
sans (o) [dénué de] ontdaan van (o) [dénué de]
sans (o) [manque] ontdaan van (o) [manque]
sans (o) [provision] ontdaan van (o) [provision]
sans (adj adv v n) [without] -vrij (adj adv v n) [without] (suffix)
sans (o) [dénué de] zonder (o) [dénué de]
sans (o) [manque] zonder (o) [manque]

FR NL Vertalingen voor condition

condition (n) [accord] {f} voorbehoud (n) {n} [accord]
condition (n) [restriction] {f} voorwaarde (n) {f} [restriction]
condition (n) [restriction] {f} bedinging (n) {f} [restriction]
condition (n) [restriction] {f} bepaling (n) {f} [restriction]
condition (n) [accord] {f} beperking (n) {f} [accord]
condition (n) [accord] {f} conditie (n) {f} [accord]
condition (n) [apparence] {f} conditie (n) {f} [apparence]
condition (n) [circonstances] {f} conditie (n) {f} [circonstances]
condition (n v) [health status of a patient] {f} conditie (n v) {f} [health status of a patient]
condition (n) [sports] {f} conditie (n) {f} [sports]

FR NL Vertalingen voor aucune

aucune (o) [pronom - objets] geen van beide (o) [pronom - objets]
aucune (o) [pronom - personnes] geen van beide (o) [pronom - personnes]
aucune (o) [pronom - objets] geen van beiden (o) [pronom - objets]
aucune (o) [pronom - personnes] geen van beiden (o) [pronom - personnes]
aucune (a) [déterminant - pluriel] geen (a) [déterminant - pluriel]
aucune (a) [déterminant - singulier] geen (a) [déterminant - singulier]
aucune (a) [déterminant - pluriel] geen enkel (a) [déterminant - pluriel]
aucune (a) [déterminant - singulier] geen enkel (a) [déterminant - singulier]
aucune (a) [déterminant - pluriel] geen enkele (a) [déterminant - pluriel]
aucune (a) [déterminant - singulier] geen enkele (a) [déterminant - singulier]