Zoek woord séjour heeft 7 resultaten
FR Frans NL Nederlands
séjour (n v) [period of time spent in a place] {m} verblijf (n v) {n} [period of time spent in a place]
séjour (n) [voyager] {m} verblijf (n) {n} [voyager]
séjour (n) [voyager] {m} bezoek (n) {n} [voyager]
séjour (n) [maison] {m} woonkamer (n) {m} [maison]
séjour (n) [maison] {m} zitkamer (n) {m} [maison]
FR Frans NL Nederlands
séjour (n) [maison] {m} leefkamer (n) {m} [maison]
séjour (n) [maison] {m} huiskamer (n) {m} [maison]

Frans Nederlands vertalingen

FR Synoniemen voor séjour NL Vertalingen
domicile [habitation] m woonst (n)
foyer [habitation] m brandpunt {n}
maison [habitation] f onderkomen {n}
résidence [habitation] f residentie {f}
hôtel [habitation] m hotel {n}
logement [habitation] m huurwoning (n)
asile [habitation] m tehuis {n}
manoir [habitation] m landhuis {n}
toit [habitation] m dak {n}
appartement [habitation] m huurwoning (n)
demeure [habitation] f onderkomen {n}
habitation [demeure] f woonst (n)
intérieur [demeure] m innerlijk
localité [lieu] f verblijfplaats {m}
place [lieu] f square {m}
centre [lieu] m faciliteit {f}
coin [lieu] m hoek {m}
contrée [lieu] land {n}
emplacement [lieu] m standplaats {m}
milieu [lieu] m stilte {f}