Zoek woord sécurité heeft 14 resultaten
FR Frans NL Nederlands
sécurité (n) [condition of not being threatened] {f} zekerheid (n) {f} [condition of not being threatened]
sécurité (n) [condition or feeling of being safe] {f} zekerheid (n) {f} [condition or feeling of being safe]
sécurité (n) [esprit] {f} zekerheid (n) {f} [esprit]
sécurité (n) [général] {f} zekerheid (n) {f} [général]
sécurité (n) [objets de valeur] {f} zekerheid (n) {f} [objets de valeur]
FR Frans NL Nederlands
sécurité (n) [something that secures] {f} beveiliging (n) {f} [something that secures]
sécurité (n) [condition of not being threatened] {f} veiligheid (n) {f} [condition of not being threatened]
sécurité (n) [condition or feeling of being safe] {f} veiligheid (n) {f} [condition or feeling of being safe]
sécurité (n) [esprit] {f} veiligheid (n) {f} [esprit]
sécurité (n) [général] {f} veiligheid (n) {f} [général]
sécurité (n) [objets de valeur] {f} veiligheid (n) {f} [objets de valeur]
sécurité (n) [esprit] {f} veiligheidsgevoel (n) {n} [esprit]
sécurité (n) [général] {f} veiligheidsgevoel (n) {n} [général]
sécurité (n) [objets de valeur] {f} veiligheidsgevoel (n) {n} [objets de valeur]

Frans Nederlands vertalingen

FR Synoniemen voor sécurité NL Vertalingen
asile [sûreté] m tehuis {n}
hospitalité [sûreté] f gastvrijheid {f}
salut [sûreté] m groet {m}
abri [sûreté] m onderdak {n}
crédit [croyance] m saldo {n}
crédulité [croyance] f goedgelovigheid {f}
espérance [croyance] f hoop 'de'
foi [croyance] f geloof {n}
confiance [croyance] f vertrouwen {n}
assurance [calme] f verzekering {f}
repos [calme] m stilstand {m}
tranquillité [calme] f veiligheid {f}
ordre [calme] m orde {m}
en sécurité [en sécurité] veiliggesteld
sûreté [état] f veiligheid {f}