Zoek woord partir comme une flèche heeft eén resultaat
Ga naar
FR Frans NL Nederlands
partir comme une flèche (v) [hâte] met een vaart wegvoeren (v) [hâte]

FR NL Vertalingen voor partir

partir (v) [départ] vertrekken (v) {n} [départ]
partir (v) [général] vertrekken (v) {n} [général]
partir (v) [lieu] vertrekken (v) {n} [lieu]
partir (v) [to leave] vertrekken (v) {n} [to leave]
partir (v) [voyager] vertrekken (v) {n} [voyager]
partir (v) [départ] weggaan (v) {n} [départ]
partir (v) [général] weggaan (v) {n} [général]
partir (v) [lieu] weggaan (v) {n} [lieu]
partir (int v) [to depart or leave a place] weggaan (int v) {n} [to depart or leave a place]
partir (v n) [to disappear] weggaan (v n) {n} [to disappear]

FR NL Vertalingen voor comme

comme (o) [conjonction] als (o) [conjonction]
comme (o) [manière] als (o) [manière]
comme (o) [par exemple] als (o) [par exemple]
comme (o) [préposition] als (o) [préposition]
comme (o) [que] als (o) [que]
comme zoals
comme (o) [conjonction] zoals (o) [conjonction]
comme (o) [manière] zoals (o) [manière]
comme (o) [par exemple] zoals (o) [par exemple]
comme (o) [préposition] zoals (o) [préposition]

FR NL Vertalingen voor une

une (a) [déterminant indéfini] enig (a) [déterminant indéfini]
une (a) [général] enig (a) [général]
une (a) [déterminant indéfini] een zekere (a) [déterminant indéfini]
une (a) [général] een zekere (a) [général]
une (a) [déterminant indéfini] één of andere (a) [déterminant indéfini]
une (a) [général] één of andere (a) [général]
une een {m}
une (o) [article indéfini] een (o) {m} [article indéfini]
une (a) [déterminant indéfini] een (a) {m} [déterminant indéfini]
une (a) [général] een (a) {m} [général]

FR NL Vertalingen voor flèche

flèche (n v) [tapering architectural structure] {f} spits (n v) {m} [tapering architectural structure]
flèche (n) [architecture] {f} torenspits (n) {m} [architecture]
flèche (n v) [tapering architectural structure] {f} torenspits (n v) {m} [tapering architectural structure]
flèche (n) [instrument] {f} naald (n) {m} [instrument]
flèche {f} pijl {m}
flèche (n) [armes légères] {f} pijl (n) {m} [armes légères]
flèche (n) [signe] {f} pijl (n) {m} [signe]
flèche (n) [instrument] {f} wijzer (n) {m} [instrument]
flèche (n) [instrument] {f} wijzernaald (n) {m} [instrument]