| overeenstemmen [mening] - overeengestemd
- stemt overeen
- stemmen overeen
- stemde overeen
- stemden overeen
| | coïncider [mening] - aient coïncidé
- coïncident
| |
| overeenstemmen [in overeenstemming zijn] - overeengestemd
- stemt overeen
- stemmen overeen
- stemde overeen
- stemden overeen
| | coïncider [in overeenstemming zijn] - aient coïncidé
- coïncident
| |
| overeenstemmen [overeenkomen] | | s'harmoniser [overeenkomen] | |
| overeenstemmen [mening] | | s'harmoniser [mening] | |
| overeenstemmen [in overeenstemming zijn] | | s'harmoniser [in overeenstemming zijn] | |
| overeenstemmen [overeenkomen] | | être en harmonie avec [overeenkomen] | |
| overeenstemmen [mening] | | être en harmonie avec [mening] | |
| overeenstemmen [in overeenstemming zijn] - overeengestemd
- stemt overeen
- stemmen overeen
- stemde overeen
- stemden overeen
| | concorder [in overeenstemming zijn] - aient concordé
- concordent
| |
| overeenstemmen [overeenkomen] - overeengestemd
- stemt overeen
- stemmen overeen
- stemde overeen
- stemden overeen
| | correspondre [overeenkomen] - aies correspondu
- aient correspondu
- correspondes
- correspondent
| |
| overeenstemmen [mening] - overeengestemd
- stemt overeen
- stemmen overeen
- stemde overeen
- stemden overeen
| | correspondre [mening] - aies correspondu
- aient correspondu
- correspondes
- correspondent
| |
| overeenstemmen [in overeenstemming zijn] - overeengestemd
- stemt overeen
- stemmen overeen
- stemde overeen
- stemden overeen
| | correspondre [in overeenstemming zijn] - aies correspondu
- aient correspondu
- correspondes
- correspondent
| |
| overeenstemmen [overeenkomen] | | être conforme à [overeenkomen] | |
| overeenstemmen [mening] | | être conforme à [mening] | |
| overeenstemmen [in overeenstemming zijn] | | être conforme à [in overeenstemming zijn] | |
| overeenstemmen [overeenkomen] | | s'accorder [overeenkomen] | |
| overeenstemmen [mening] | | s'accorder [mening] | |
| overeenstemmen [in overeenstemming zijn] | | s'accorder [in overeenstemming zijn] | |
| overeenstemmen [overeenkomen] - overeengestemd
- stemt overeen
- stemmen overeen
- stemde overeen
- stemden overeen
| | concorder [overeenkomen] - aient concordé
- concordent
| |
| overeenstemmen [mening] - overeengestemd
- stemt overeen
- stemmen overeen
- stemde overeen
- stemden overeen
| | concorder [mening] - aient concordé
- concordent
| |