Zoek woord opulence heeft 6 resultaten
FR Frans NL Nederlands
opulence (n) [abundance of wealth] {f} rijkdom (n) {m} [abundance of wealth]
opulence (n) [argent] {f} rijkdom (n) {m} [argent]
opulence (n) [argent] {f} weelde (n) {f} [argent]
opulence (n) [argent] {f} welvarendheid (n) {f} [argent]
opulence (n) [argent] {f} welstand (n) {m} [argent]
FR Frans NL Nederlands
opulence (n) [argent] {f} opulentie (n) {f} [argent]

Frans Nederlands vertalingen

FR Synoniemen voor opulence NL Vertalingen
prospérité [économie] f opulentie {f}
fortune [économie] f vermogen {n}
richesse [économie] f rijkdom {m}
aisance [économie] f ongedwongenheid {f}
luxe [économie] m luxe {m}
abondance [économie] f rijkdom {m}
bien-être [abondance] m voorspoed {m}
confort [abondance] m gemak {n}
grandeur [luxe] f grootsheid {f}
appareil [luxe] m apparaat {n}
magnificence [luxe] f bevalligheid {f}
ostentation [luxe] f vertoon {n}
pompe [luxe] f spiekbriefje {n}
somptuosité [luxe] f weelderigheid {f}
splendeur [luxe] f grandeur (n)
éclat [luxe] m splinter {m}
brillant [luxe] m gloeiend
étalage [luxe] m etalage {f}
faste [luxe] m prachtvertoon {n}
argent [finances] m zilver {n}