Zoek woord onvoorbereid spreken heeft 2 resultaten
Ga naar
NL Nederlands FR Frans
onvoorbereid spreken [toespraak] {n} improvisation {f} [toespraak]
onvoorbereid spreken [toespraak] {n} improviser [toespraak]

NL FR Vertalingen voor onvoorbereid

onvoorbereid [toespraak] à première vue [toespraak]
onvoorbereid [toespraak] sur-le-champ [toespraak]
onvoorbereid [toespraak] au pied levé [toespraak]
onvoorbereid [toespraak] de façon impromptue [toespraak]
onvoorbereid [toespraak] sans préparation [toespraak]
onvoorbereid (adj n adv) [unprepared] froid (adj n adv) {m} [unprepared]
onvoorbereid [toespraak] improvisé [toespraak]
onvoorbereid [toespraak] impromptu [toespraak]

NL FR Vertalingen voor spreken

spreken [woorden] {n} articuler [woorden]
spreken [woorden] {n} prononcer [woorden]
spreken [toespraak] {n} réciter [toespraak]
spreken [toespraak] {n} déclamer [toespraak]
spreken [aktie] {n} parole {f} [aktie]
spreken [een gesprek voeren] {n} parler de [een gesprek voeren]
spreken [taal] {n} parler de [taal]
spreken [toespraak] {n} parler de [toespraak]
spreken [woorden] {n} parler de [woorden]
spreken [een gesprek voeren] {n} prononcer une allocution [een gesprek voeren]