Zoek woord noceur heeft 4 resultaten
Ga naar
FR Frans NL Nederlands
noceur (n) [soirée - homme] {m} feestneus (n) {m} [soirée - homme]
noceur (n) [soirée - homme] {m} feestnummer (n) {n} [soirée - homme]
noceur (n) [soirée - homme] {m} fuifnummer (n) {n} [soirée - homme]
noceur (n) [soirée - homme] {m} feestfiguur (n) {m} [soirée - homme]

Frans Nederlands vertalingen

FR Synoniemen voor noceur NL Vertalingen
noctambule [jouisseur] m nachtmens {m}
fêtard [jouisseur] m lawaaimaker {m}
libertin [viveur] m losbandig
débauché [viveur] slecht
épicurien [viveur] m epicurist {m}
sybarite [viveur] m sater {m}
bambocheur [viveur] m fuifnummer {n}